Week 1: HC.9 Ademmechanica

Question 1

FLow?

Answer 1

= drukverschil/weerstand = deltaP / Raw

Question 2

Wet van Laplace?

Answer 2

P = 2T (oppervlaktespanning) / r

Hoe groter straal, hoe kleiner druk

Question 3

Om P in kleine en grote alveoli gelijk te houden?

Answer 3

surfactant in kleine alveoli zodat oppervlaktespanning kleiner wordt
R en T dan beide kleiner > P even groot

Question 4

Elastantie?

Answer 4

drukverandering die ontstaat bij bepaalde volumeverandering > hoeveel kracht nodig is voor verandering
Elastantie = deltaP / deltaV

Question 5

Compliantie?

Answer 5

omgekeerde van elastantie: = deltaV / deltaP

Question 6

Wat is een maat voor de drukverandering in de pleura?

Answer 6

de drukveradnering in de oesophagus

Question 7

Transpulmonale druk?

Answer 7

drukverschil tussen mond en pleura: deltaPtp

Question 8

delta Ptp = ?

Answer 8

Pmond - Ppl

Question 9

deltaPstroming?

Answer 9

= Pmond - Palv

Question 10

deltaPelast?

Answer 10

= Palv - Ppl

Question 11

Waar is Poes een maat voor?

Answer 11

de Ppleura

Question 12

Quasi-statische compliantie bij emfyseem?

Answer 12

Compliantie veel te groot > longweefsel is namelijk makkelijk oprekbaar
Elastantie dus laag

Question 13

Compliantie bij interstitiële fibrose?

Answer 13

laag; veel drukverschil nodig voor klein volumeverschil

Elastantie dan dus hoog

Question 14

deltaPtp?

Answer 14

= deltaPstroming + deltaPelastantie
> Pstroming op 0 > bij omslagpunt in en uitademing > lijn trekken door punten in stromingsdiagram > helling zegt iets over compliantie

Question 15

Arbeid ?

Answer 15

= F x s = druk x volume
[W] = Nxm
Is dus te berekenen adh van ademlus

Question 16

Arbeid nodig tijdens inspiratie?

Answer 16

elastische arbeid om weefsel op te rekken en stromingsarbeid om weerstand in luchtwegen te overwinnen

Question 17

Arbeid nodig tijdens expiratie?

Answer 17

longweefsel veert terug naar FRC > elastische arbeid komt vrij
Wel stromingsarbeid nodig

Question 18

Vezels in long?q

Answer 18

elastine vezels en collagene vezels

Question 19

Wat als er geen surfactant in kleine longblaasjes zit?

Answer 19

druk veel groter in klein longblaasje > kleine blaasje loopt leeg in grote longblaasje
Hoe kleiner opp alveolus, hoe groter opp spanningsverlagend eeffect surfactant

Question 20

Hoe werkt surfactant?

Answer 20

hydrofiel en hydrofoob deel > breekt lucht-vloeistof oppervlak > oppervlaktespanning omlaag