Week 13 - Hc. 5: Revascularisatie (en nabehandeling) Flashcards
PCI
Percutaneous Coronary Intervention, wordt gedaan om een vernauwing in een coronair arterie te openen met een ballon en vaak wordt er ook een stent geplaatst
Grootste probleem met stents en oplossing
Restenose: de oplossing hiervoor zijn Drug Eluting Stents (DES), deze zijn gecoat met een medicijn wat langzaam over de tijd wordt afgegeven. Wat ervoor zorgt dat gladde spiercellen niet prolifereren waardoor restenose dus wordt voorkomen
Nadeel van DES
De inhibitie van de celcyclus is niet celspecifiek en dus wordt ook de proliferatie van endotheelcellen geremd. Endotheelcellen zorgen voor het bekleden van de stent en doordat dit nu langer duurt is er een hoger risico op stenttrombose
Behandeling bij stabiel coronairlijden
In principe geen PCI, maar wordt altijd gekozen voor de medicamenteuze behandeling
Wanneer wel PCI bij stabiel coronairlijden
- Niet pijnvrij, ondanks optimale medicamenteuze behandeling
- Hoofdstamstenose > 50%
- Proximale LAD stenose > 50%
- Twee- of drievatslijden met stenose > 50% en LVEF < 35%
- Groot gebied van ischemie > 10% bij niet-invasieve ischemie detectie
Vasculaire complicaties PCI
- Arteriële trombose
- Distale embolisatie
- Bloeding/hematoom
- Dissectie
- Pseudo-aneurysma
- AV-fistel
- Occlusie van de a. radialis
Risico’s PCI
- Myocardinfarct
- CVA
- Allergische reactie
- Nierinsufficiëntie
- Overlijden
Therapie tijdens en na PCI
Tijdens de PCI wordt als antitrombotische therapie heparine gegeven. Na de behandeling wordt aspirine gegeven en indien er een stent geplaatst is wordt dit gecombineerd met een P2Y12 receptor inhibitor
Therapie bij stabiel coronairlijden na een PCI
Er wordt vaak clopidogrel gegeven. Dit wordt voor 6 maanden gegeven tenzij er een hoog bloedingsrisico is (dan meestal 3 maanden)
Therapie bij ACS na een PCI
Prasugrel of ticagrelor (deze zijn potenter dan clopidogrel). Dit wordt voor 12 maanden gegeven en bij een hoog bloedingsrisico voor 6 maanden
Soort therapie behandeling bij PCI
Er is sprake van een soort duale plaatjestherapie met heparine tijdens de behandeling en een ADP-receptorblokker na de behandeling
PCI vs. CABG
Is afhankelijk van de comorbiditeit van de patiënt en de complexiteit van de situatie. Bij coronairlijden wordt de SYNTAX score gebruikt.
Redenen om een CABG te doen
Bij patiënten met diabetes mellitus en bij patiënten die al een PCI gehad hebben en waarbij er restenose is.
Richtlijnen van een NSTEMI
De zichtlijnen zijn dat de katheterisatie binnen 24 uur plaatsvindt als de patiënt pijnvrij is en hemodynamisch stabiel en niet in cardiogene shock.
Wanneer katheterisatie binnen 2 uur
De katheterisatie dient dan binnen 2 uur te gebeuren wanneer de patiënt niet pijnvrij is, hemodynamisch instabiel of in cardiogene shock. Verder ook bij ST elevatie in AVR en diffuse ST depressie