Week 12 - Hc. 1: Diagnostiek en behandeling atherosclerotische complicaties Flashcards
Wanneer is er sprake van angina pectoris
- Drukkende pijn op de borst
- Bij inspanning en trekt weg bij rust
- Er is een reactie op nitraten
Atypische angina pectoris
2 van de 3 kenmerken van angina pectoris zijn aanwezig
Wanneer ontstaat angina pectoris
Bij een disbalans tussen de aanvoer en de behoefte van zuurstof
Wat bepaald de zuurstof aanvoer naar het myocard
- Diastolische perfusie druk
- Coronaire vaatweerstand
- O2 dragende capaciteit
Wat bepaald de coronaire vaatweerstand
- Externe compressie
- Intrinsieke regulatie
-> lokale metabolieten
-> Endotheliale factoren
-> Innervatie van neuronen
Wat bepaald de zuurstof behoefte van het myocard
- Wand tensie (P x r / 2h)
- HF
- Contractiliteit
Behandeling van Stabiele AP
- Lifestyle management
- Medicamenteus
- Revascularisatie
- Cardiale revalidatie
Behandeling acuut coronair syndroom
- Revascularisatie
- Medicamenteus
- Lifestyle management
- Cardiale revalidatie
Waarom eerst medicamenteus en niet revascularisatie bij stabiele AP
Er is geen verschil is prognose tussen revascularisatie en medicamenteuze behandeling bij stabiele AP. Hierdoor pas revascularisatie wanneer medicamenteuze behandeling faalt.
Indicaties voor revascularisatie
Voor prognose:
- Hoofdstamstenose >50%
- proximale LAD stenose >50%
- 2/3 vaten met stenose >50% met LVEF =<35%
- Groot gebied van ischemie (> 10% LV) of abnormale FFR
- Nog 1 vat open met een stenose > 50%
Voor symptomen
- Hemodynamisch significante stenose met limiterende AP en onvoldoende respons op medicatie
Testen voor ischemie:
- Inspannings ECG
- SPECT of PET perfusion imaging
- Stress echocardiography
- CMR
- Coronary CTA or ICA
- Invasive functional testing
Fysiologische beoordeling ernst stenose mbv.
- FractionalFlowReserve (FFR)
- Instantaneos wave Free Ratio (iFR)
Anatomie beoordeling ernst stenose mbv.
- Intravasculair Ultrasound (IVUS)
- Optical Coherence Tomography (OCT)
FractiionalFlowReserve
Er zit een druksensor aan het einde van de draad en aan het einde van de cathetertip. Als het draad na de stenose wordt geplaatst krijg je een fractie van het drukverval over de stenose
Adenosine bij FFR
- Wordt gegeven om inspanning na te bootsen
- Het perifere vaatbed wordt groter -> weerstand daar neemt af
- De vernauwing wordt als enige verantwoordelijk voor de weerstand van het bloed omdat de weerstand van het perifere vaatbed wegvalt door adenosine