W6HC5: Nieuwe ontwikkelingen in de radiotherapie

Question 1

Acute bijwerkingen

Answer 1

• tot 3 maanden laatste bestraling
• snel delende weefsels
• reversibel
• moeheid, diarree, passageklachten, erytheem, stomatitis

Question 2

Late schade

Answer 2

• alles vanaf 3 maanden na de laatste bestraling
• door langzaam delend weefsel (nieren, zenuwweefsel, lever)
• door verlittekening of vaatschade
• hyperpigmentatie, geheugen

Question 3

Voorbereidingen radiotherapie

Answer 3

Plannings CT in houding waarin de patiënt ook bestraald zal worden, wordt een marge bepaald, groter dan de tumor zelf waar microscopisch de ziekte kan zitten (clinical target volume) en daaromheen nog een marge voor ademhaling ed (planning target volume) en een bestralingsplan gemaakt.

Question 4

Inverse planning

Answer 4

Door computer de bundels laten toevoegen in de juiste richting, je kan dan spelen met afschermingen waarmee je de intensiteit van bestraling laat variëren

Question 5

Stereotactische radiotherpaie

Answer 5

• bestraling met robotbestraler
• klein doelgebied
• tumor moet zichtbaar gemaakt worden zodat het apparaat mee kan bewegen
• hoge fractiedosis
• vacuummatras; zodat de patiënt zo min mogelijk kan bewegen

Question 6

Principe brachytherapie

Answer 6

Geven van een hoge tumordosis in een beperkt volume met maximale sparing van de omringende gezonde weefsels.
Dosistempo neemt met toenemende afstand tot de radioactieve bron zeer snel af
Is onder narcose

Question 7

Vormen brachytherapie

Answer 7

• intraluminaal: bronchus, oesophagus
• intracavitair: baarmoederhals, vagina, neusholte
• interstitieel: in zachte weefsels zoals tong, mondbodem

Question 8

Voordelen BT tov uitwendige RT

Answer 8

• betere sparing omringende gezonde weefsels
• hogere dosis direct rondom catheters
• dosis in kortere tijd gegeven

Question 9

Nadelen BT tov uitwendige RT

Answer 9

• tumorvolume mag niet te groot zijn
• niet geschikt voor alle locaties
• lokale of algehele verdoving nodig
• opname verpleegafdeling nodig