W3HC7: Proteomics, metabolomics, miRNA's en RNAi screens Flashcards
Proteomics
Kijken naar eiwit:
- hoeveelheid eiwit is betere maat voor genexpressie dan mRNA
- expressieprofiel van eiwitten is niet zo snel en gemakkelijk
- mogelijkheden voor analyse: eiwitidentificatie, - modificatie en -interactie mapping
Massa spectrometrie kan
- eiwit identificeren
- eiwit kwantificeren
- bindende eiwitten identificeren
- eiwitmodificaties identificeren
Eiwit identificatie en massa spectometrie
- eiwit in kleine stukjes opbreken -> analyseren wat die stukjes voor codering bevatten mbv massa spectrometrie -> data vergelijking -> identificatie eiwit
- opbreken eiwit door trypsine
Massa spectometer
Mengsel ligt op de positief geladen sample plaat waarop geschenen wordt met een laser -> elektron wordt uit zo’n peptide geschoten -> peptide met positieve lading -> richting negatieve plaat en krijgt daar een bepaalde snelheid mee die afhangt van de grootte -> detector meet snelheid -> daarmee massa meten -> bepalen welke aminozuren in het peptide moeten zitten door vergelijking met bekende molecuulmassa’s van de database -> identificatie
Massa spectometrie eiwit-interacties
- antilichamen die een vd eiwitten van het complex herkent -> complex blijft hangen daaraan -> kijken wellk eiwit aan het herkende eiwit vastzit -> massaspectometrie
- meer te weten komen over complexe regulatiecircuits in cellen en gebruiken om genexpressie profielen te begrijpen
Massa spectometrie en eiwitmodificaties
- eiwitactiviteit kan beïnvloed worden door groepen die eraan gezet worden zoals fosfaat -> kijken op welke de fosfaatgroep zit
- na trypsine digestie verrijking door fosfopeptiden -> met massaspectometrie kijken waar ze zitten, fosfaat geeft extra gewicht
Metabolomics
- analyseren welke metabolieten voorkomen, en zo de activiteit van de eiwitten meten
- metabolieten ook positief geladen maken -> massa meten -> identificeren welke moleculen erin zitten -> herkennen patroon -> bepaalde marker die misschien bij een ziekte hoort?
microRNA
- kort stukje RNA, ligt gecodeerd op het DNA
- wordt een transcript van gemaat en op maat geknipt en in het RISC complex ingebouwd -> zorgt voor specificiteit, eiwitcomponenten zorgen voor repressie van translatie of mRNA afbraak
siRNA’s
- gebruiken en in de cel te brengen in het RIScomplex -> gaat opzoek naar het mRNA wat daar op past -> mRNA wordt afgebroken
- gebruikt om de hoeveelheid expressie van een gen naar beneden te brengen
Nadelen bij ingrijpen in de groei van kankercellen
- specificiteit van dergelijke remmers is vaak een probleem
- kan gemakkelijk resistentie ontstaan
- zal vaak niet lukken geschikte remmers te vinden
RNAi
- kan voorkomen dat eiwitten die essentieel zijn voor de groei van kankercellen tot expressie komen
- voordelen: eenvouding toe te passen als je de sequentie van het gen weet, specifiek, door het mRNA op verschillende plekken met siRNAs aan te pakken, krijg je niet zo makkelijk resistentie
- nadelen: alleen om expressie te remmen, weten nog niet hoe we het siRNA in de gewenste cellen moeten inbrengen