W3HC3: Chromosomale afwijkingen bij leukemie Flashcards
1
Q
Mitose blok
A
zorgt dat de metafases die gevormd worden niet doorgaan in de celcyclus
2
Q
Bandering
A
cellen in de M-fase hebben alleen nog maar een celmembraan, bij toevoeging van hypotone oplossing zwelt daardoor het celmembraan en fixeer je die met methanolazijnzuur waardoor het membraan fragiel wordt en openbreekt -> zichtbare chromosomen die je kan kleuren -> bandering -> automatische microscoop gaat op zoek naar metafases
3
Q
SNP array
A
detecteert polymorfismes
4
Q
FISH
A
- fluorescerende probe is specifiek voor 1 bepaald stukje, die je laat hydrolyseren met de chromosomen
- kan op niet delende cellen
- metafase FISH: FISH op gekweekte delende cellen
- interfase FISH: FISH op kernen van niet/slecht delende cellen
5
Q
FISH applications
A
Voordelen - detectie microdeleties - breakpoint detecte - detectie translocaties en complexe genoom veranderingen - snelle diagnostische detectie bij interfase kernen Nadelen: - gelimiteerde sensitiviteit - beantwoord alleen de gevraagde vragen - niet teveel targets tegelijk
6
Q
Multipel Mueloom
A
- moeizaam chromosomen onderzoek
- laag percentage afwijkende cellen in beenmergaspiraat
- afwijkende cellen delen niet of nauwelijks onder lab condities
- > vaak normaal karyotype met afwijkende FISH op interfase kernen
- > hoger percentage plasmacellen nodig -> zuivering plasmacellen
7
Q
Zuivering plasmacellen
A
- rode bloedcellen verwijderen met rode bloedcel lysis
- zuivering anti-CD138 kit
- plasmacellen hebben CD318 op hun membraan
- > zo haal je alle CD318+ cellen
8
Q
Array
A
- alleen ongebalanceerde situaties
- kijken naar fluorescentie strips om iets te zeggen over de hoeveelheid
- B-allel frequentie: kijken naar nucleotide
- bij deletie gaat de intensiteit naar beneden
9
Q
Gebalanceerde structurele afwijkingen
A
- translocaties
- inversie (gedeelte 180 graden gedraaid)
- insertie
10
Q
Ongebalanceerde structurele afwijkingen
A
- deletie
- amplificatie
- niet-gebalanceerde translocatie
- gen mutatie
