W4HC1: Principes van signaaltransductie Flashcards

1
Q

Enzym gebonden receptoren

A
  • oiv dimerisering ontstaat aan de binnenkant vd receptoren enzymactiviteit
  • heeft ATP bindingsplaats
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Receptoren voor bloedcelgroeifactoren

A
  • geen intrinsieke tyrosinekinase acitiviteit, maar activeren JAK tyrosine kinases
  • activatie JAKs in trans, na receptor-dimeervorming en conformatie verandering
  • JAKs fosforyleren tyrosines in receptor ketens en in signaaleiwitten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

G-CSF

A

gaat receptorketens dimeriseren -> JAK eiwitten komen bij elkaar en gaan elkaar activeren (cross-activering) -> andere moleculen kunnen binden aan receptor zelf -> JAK kan tyrosine fosforyleren -> signaaleiwit kan binden aan fosfotyrosine groep -> signaaleiwit kan zelf weer worden gefosforyleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rol eiwitinteractiedomeinen in signaaltransductie

A
  • SH2 domein: signaalmoleculen binden aan gefosforyleerde tyrosine in receptor eiwit met hun SH2-domein
  • belangrijk voor specificiteit: je hebt fosforylering nodig voor de interactie met het SH2 bevattende molecuul aan de receptor en de code moet passen op het SH2 domein om te binden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rol fosfatases

A

Fosfatase kan fosfaat van de receptor afhalen

- bindt met z’n SH2 domein aan de receptor -> structuurverandering -> katalytisch domein kan binden -> uitschakeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

RAS: signaalmolecuul en oncogen eiwit

A
  • docking eiwitten: koppeling tussen receptoren en RAS pathway
  • GDP bindt aan RAS als die uit staat -> activatie bij verwisseling GTP
  • bij groeifractie signaal krijg je recrutering GEF -> exchange GDP en GTP
  • actief ras wordt inactief gemaakt door het RAS eiwit zelf, kan GTP hydroliseren maar is sloom: GAP zorgt voor versnelling
  • bij mutaties RAS is de GAP bindingsplaats geuteerd -> constitutief actief RAS door geen versnelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Receptor- en signaalafwijkingen CML

A
  • G-CSF: zorgt voor spontane dimeervorming

- JAKs actief zonder G-CSF: G-CSF onafhankelijke proliferatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Receptor- en signaalafwijkingen AML

A

FTL3 receptor: spontane activering FTL3 receptoreiwit -> spontane deling AML cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Myeoloproliferatieve aandoeningen

A
  • JAK2, CALR, MPL mutaties
  • JAK2 mutatie heft de remmende werking van het JH2 domein op de kinaseactiviteit van JH1 domein op -> spontane signaaltransductie leidt tot overproductie rode bloedcellen: P. vera
  • MPL mutatie leidt tot spontane dimerisering TPO receptor
  • CALR mutatie veroorzaken spontane MPL dimeervorming in het ER
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

JAK2-V617F im myeloproliferatieve aandoeningen (MPN)

A

Mutatie vernietigt remmende werking vh JH2 domein -> hypersensitieve en gedeeltelijk groeifactor onafhankelijke signalering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly