W4HC4: Epigenetica en kanker Flashcards
1
Q
DNA methylering
A
- methylgroep wordt aan cytosine gehangen -> DNA wordt ingepakt
- op laats 5 vd ring structuur
- wordt gestuurd door DNA methyl transferases (DNMTs)
- methylering gebeurt alleen bij de volgorde CG, die vooral in de promotor voorkoemn -> voorste deel wordt ingepakt en promotor kan niet meer actief zijn -> eiwitten herkennen dat en zorgen ervoor dat de hele boel in elkaar komt -> inactivatie gen
2
Q
2 vormen methylering
A
- de novo DNMT, gaan spontaan methyleren
- maintenance DNMT, herkent op 1 kant een methylgroep en gaat de andere kant ook methyleren
- de methylering die ontstaat in de 1e cel wordt vervolgd in de cellen die daarna komen
3
Q
Hypermythelering in kanker
A
Uitzetten van (tumorsuppressor)genen -> tumorgroei
4
Q
5-azacytidine
A
- cytidine, homoloog dat niet kan worden gemethyleerd
- bij MDS; veel genen zijn gemethyleerd in cellen van MDS patiënten die normaal niet zo zijn
- MDS patiënten verliezen na 5-azacytidine DNA methylatie
- betere overleving, werkt niet altijd