W4ZO's Flashcards

1
Q

p53 bindt uitsluitend als tetrameer

A
  • aan herkenningssequentie op het DNA
  • door het oligomerisatie domein
  • alleen dan is staat transcriptie te activeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

MDM2 in kanker

A
  • MDM2 bindt niet meer aan p53 mutant eiwitten in tumoren
  • veel tumoren hebben een verhoging van hoeveelheid p53
  • > mutant p53 bindt geen gen MDM2 en is daardoor stebieler -> meer p53 eiwit in cellen die een missense mutatie in het p53 gen hebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

TATA box

A

Belangrijk voor het positioneren van RNA polymerase, markeert de start van het RNA-molecuul

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gene-regulatory sequence

A

Stukje DNA met specifieke sequentie, kan herkend worden door een specifieke transcriptiefactor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Translocaties in B-cel lymfomen

A
  • translocatie tussen chromosomen 14 en 18 -> Bcl-2 komt in buurt van promotor IgH gen -> expressie Bcl2 gen oiv IgH enhancer -> IgH is zeer actief in B-cellen, dus nu ook het Bcl-2 gen
  • overexpressie Bcl-2 bemoeilijkt apoptose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

MHC restrictie

A

De herkenning door T-cellen van peptide fragmenten in de context van membraan gebonden MHC moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Immune surveillance

A

Het continu screenen door immuuncellen van alle cellen in het lichaam op de expressie van lichaamsvreemde antigenen om deze cellen direct te kunnen elimineren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Immunogene tumoren kunnen aan cel gemedieerde immuniteit ontsnappen door

A
  • uitschakelen van HLA expressie
  • uitschakelen van expressie van het immunogene peptide
  • productie van immunosuppressieve factoren
  • de expressie van FAS-ligand (induceert apoptose in T-cellen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Actieve immunotherapie

A

Doel: in het lichaam een anti-tumor immuunrespons op te wekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Passieve immunotherapie

A

Geïnfundeerde cellen of antistoffen hebben zelf een directe anti-tumorwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rol epigenetica

A

Het sturen en stabiliseren van geordende patronen van celspecialisatie tijdens de ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Epigenetische status

A

Geregeld door de biochemische eigenschappen vh DNA en de daarmee geassocieerde eiwitten: het chromatine:
- 1/3 deel DNA
- 1/3 deel histoneiwitten
- 1/3 deel niet-histon chromosomale eiwitten
Biochemische modificatie van de 3 componenten bepaalt de lokale epigenetische status.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly