W6HC3: Nieuwe beeldtechnieken en therapie Flashcards
1
Q
Radiofarmaca
A
- farmacon: tracer, heeft specifieke kinetiek, brengt de straling naar specifieke plekken, heeft meestal geen werking en is in hele kleine hoeveelheden
- straling: detectie (gamma en bèta), therapie (alfa, beta-)
2
Q
O15
A
- inbouwen in water om het radioactief te maken, voor perfusie organen
- korte halfwaardetijd -> labelen met fluor 18 -> fluordoxyglucose (voor metabolisme)
3
Q
Typen radioactiviteit
A
- radioactief verval met deeltjes: alfa (2 neutronen en 2 protonen) en bèta straling (elektron)
- radioactief verval met elektromagnetische straling: gamma straling, met fotonen: geen massa
4
Q
Essentiële eigenschappen radiofarmacon
A
- selectief voor een specifiek target in het lichaam
- hoge aantrekkingskracht (affiniteit) voor het target
- weinig opname in andere weefsels
- radioactief label, behouden affiniteit
5
Q
Nucleaire geneeskunde
A
- injectie radiofarmacon
- geeft het de tijd voor verdeling en verwerking in het lichaam
- in detector detecteren de uitgezonden straling van de patiënt
6
Q
PET
A
- maakt gebruik van positron straling
- positron is antimaterie, een + geladen elektron: bij vervalling zend die een positron uit, en gaat een stukje door het weefsel heen -> komt elektron tegen -> annihileren ze -> massa verdwijnt en wordt omgezet in energie -> 2 fotonen komen vrij die in tegenovergestelde richting gaan -> gedetecteerd door scanner: annihilatiefotonendetectie
7
Q
Skeletmetastase
A
kan gemengd zijn
- osteolytisch: botafbraak, door tumor worden osteoclasten gestimuleerd
- osteosclerotisch: vooral botaanmaak
8
Q
Hotspot veroorzaakt door
A
- reactie (verhoogde botombouw) van het botweefsel door de aanwezigheid van de metastase
- niet de metastase zelf, de metabole reactie vh bot
- niet de opname vh radiofarmacon in de tumorcellen
9
Q
FDP-PETCT
A
- FDG - fluorodeoxyglucose
- vooral in hersenen, hart, nieren en blaas
- wordt ingespoten, dan gefosforyleerd en daarna niet verder verwerkt, en het enzym dat defosforyleerd is vaak niet aanwezig in tumorcellen
10
Q
Deauville schaal
A
Uitdrukken van hoeveel er achter is gebleven, vergelijken hoe hoog de FDG uptake is met het mediastinum en de lever -> las er nog hoger is dan de lever geen complete respons