W5HC2: Immunologie van de darm Flashcards
Fysieke element afweer darm
- epitheellaag
- mucus scheidt luminale pathogenen en het epitheel, heeft anti-bacteriële activiteit
- cytokeratine cytoskelet om mechanische stress die de barrière functie compromitteert te voorkomen
GERD: refluxziekte
-> slokdarmepitheel gaat veranderen, gaat van squameus naar een intestinaal karaker om het beter te beschermen
Chemische element afweer van de darm
Paneth cellen: secretoire cellen in de cryptes van de dunne darm, secreteert antimicrobiale peptides bij eten -> verdediging stamcellen -> geen dunne darm kanker
Maagzuur: gesecreteerd door pariëtale cellen in de fundus bij voedselinname of detectie van bacteriën
Chemische afweer bij Crohn
Chronische ontsteking omdat de bacteriën in de dikke darm niet kan wegkrijgen -> Paneth cellen ook in de dikke darm
ATG16L1 mutatie: zorgt voor een opgeblazen ER -> Paneth cellen werken niet goed -> bacteriën in de dunne darm -> ziekte van Crohn
Autonome cel immuniteit
- gaat na infectie eiwitten maken die het antigen kunnen doden
- heel intracellulair systeem dat bacteriën kan herkennen, detecteren en inflamasomen maken en die infectie heel specifiek kan worden gecontroleerd
Fagocytaire element: aangeboren immuniteit
fagocyten herkennen pathogenen gebaseerd op invariante motieven en kan mogelijke bedreigingen elimineren door ingestie of productie van antibiotische moleculen