HC3: Eetlust & verzadiging Flashcards
1
Q
Anorexigene (verzadigd) factoren
A
Rekken maagdarmkanaal: via n. vagus en n. splachnic
Cholecystokinine (CCK): signaal om pylorus te sluiten, stopsignaal naar hypothalamus
Glucose, alvleesklier: insuline, glucagon
Leptine
2
Q
Orexigene (honger) factor
A
Ghreline via MDL
Orexine/hypocretine in de hypothalamus
Neuropeptide Y
3
Q
Verzadigingscentrum
A
Ventromediale hypothalamus, bij uitschakeling hoger set point
4
Q
Honger centrum
A
Laterale hypothalamus, bij uitschakeling lager set point
5
Q
Leptine
A
- leptine wordt afgescheiden door vetcellen
- stimuleert expressie CART
- remt afgifte neuropeptide Y
- lange termijn
6
Q
Orexigene factoren stimuleren
A
AgRP/NPY -> onderdrukt MC4R ->
7
Q
Anorexigene factoren stimuleren
A
POMC/CART -> stimuleert MC4R
8
Q
MC4R
A
- 2e orde neuronen, paraventriculair
- onderdrukken de voedselopname
9
Q
2 processen bij het opslaan van vet
A
- hyperplasie van adipocyten: nieuwvorming van vetcellen -> vetcellen worden niet afgebouwd (jonge leeftijd)
- hypertrofie van adipocyten: toename in volume van vetcellen -> reversibel door dieet en activiteit
10
Q
Oorzaken vetzucht
A
- afwijking hypothalamus
- erfelijke afwijking in Ob gen
- lifestyle keuze
- ontwikkelingsstoornis/hyperplasie