W3HC8: Transport nurtiënten en elektrolyten Flashcards
1
Q
Absorptie en afbraak aminozuren
A
- vrije kunnen die enterocyt binnen via 6 verschillende Na-aminozuur cotransporters
- di- en tripeptides: PepT1 gebruikt de H+ gradiënt om de peptides binnen te krijgen. Worden intracellulair gehydrolyseerd en krijg je vrije aminozuren
- vrije aminozuren worden passief afgegeven aan het bloed
2
Q
Cysteïnurie
A
Mutatie in transporter voor basische aminozuren + cysteïne
- > verlies wordt gecompenseerd door di- en tripeptides
- > terugsresorptie cysteïne in nier omlaag -> uitscheiding in urine omhoog -> cysteïne stenen
3
Q
Osmotische diarree
A
fecale osmotische gap > 100mosmol/kg
- malabsorptie dieetcomponenten
- laxantia misbruik
- verdwijnt na ~24 uur vasten
4
Q
Secretoire diarree
A
fecale osmotische gap < 50mosmol/kg
- microbiële en virale enterotoxines
- galzouten en dihydroxyvetzuren
- neuro-endocriene tumoren
- diabetische neuropathie
5
Q
Recirculatie zout en water transport in darmepitheel
A
Crypte transporteert NaCl naar het lumen toe, water vloeit passief. In de villus is absorptie en wordt de NaCl eruit gehaald, water volgt weer.
6
Q
CFTR in de darm
A
- zit in de cryptcel
- wordt geactiveerd door cAMP en fosforylering
- Chloride stroomt naar buiten
- Paracellulair is er Na-transport via de tight junctions
7
Q
Villuscel
A
- NHE3 haalt Na naar binnen en protonen naar buiten, wordt geremd door cAMP
- Cl-HCO3- exchanger (DRA)
8
Q
Congenitale cloridorroe (CLD)
A
DRA is defect -> geen chloride uitgewisseld tegen HCO3- -> opname gestoord, secretie werkt nog wel -> systemische alkalose door HCO3- , verhoogde Cl- en H+ in faeces
9
Q
Cholera
A
- diarree ziekte
- darmepitheel blijft intact, maar scheidt per uur 1 L zout en water uit
- grote kans op sterfte door uitdroging
10
Q
Oral dehydration therapy (ORS)
A
- behandeling secretoire diarree
- oplossing van zout en suiker in water: SGLT1 neemt voor elk glucose molecuul ook 2 natrium moleculen mee naar binnen
- voorkomt uitdroging, diarree niet