W3HC7: Afbraak nutriënten in tractus digestivus Flashcards
Koolhydraten
Amylose: rechte keten, niet vertakt, α-1,4 verbinding
Amylopectine: heeft vertakkingen, α-1,6 of -1,4 verbinding
Saccarose: disacharide (glucose en fructose), bestaat uit 2 suikerresiduen, α-1,2
Lactose: glucose en galactose, β-1,4 verbinding
β-1,4 kunnen we wel verbreken tussen glucose en galactose, niet tussen 2 glucose moleculen (cellulose)
α-amylase
- speekselklier, pancreas
- kan niet tegen zuur milieu
- knipt alleen α-1,4, en kan niet aan het einde of na een 1,6 knippen
- na complete vertering: maltose, maltotriose, α-limited dextrines
Afbraak zetmeel
In de darmen worden maltose en maltotriose door een een enzym op een darmepitheel, glucoamylase, geknipt -> vrij glucose.
SGLT-1: transporteert glucose en galactose, maakt gebruik van natrium gradiënt
GLUT-5: brengt fructose over membraan, passief
Sucrase Isomaltase
2 katalytische functies:
- isomaltase activiteit: breekt α limited dextrines af tot vrije glucose
- sucrase kan maltose en maltotriose afbreken, en sucrose/saccharide af breken tot pure glucose en fructose
Afbraak eiwitten door proteases
Eindproducten: aminozuren, di- en tripeptides
Endopeptidases: knippen in het midden vh eiwit, uit maag en pancreas, is als eerste
Carboxypeptidases: halen aminozuren eraf vanaf de C-terminus, uit pancreas
Aminopeptidases: werken vanaf de N-terminus, uit darmoppervlak, zijn het laatst.
Endopeptidases
- maag: pepsine (zuur)
- trypsine: pancreas (basisch)
- elastase en chymotrypsine ook uit pancreas
Lipases
- maaglipase komt uit de hoofdcel, werkt bij lage pH, pepsine-resistent, trypsine gevoelig
- α-lipase uit de pancreas, wordt actief afgegeven maar heeft een colipase nodig, dat complex pas actief in het duodenum
- α-lipase kan de buitenste 2 vetzuren splitsen
- afbraakproducten: 2 vrije vetzuren en 1 monoglyceride
- melklipase: in moedermelk, HCl resistent, galzout afhankelijk
Colipase
- ontstaat uit inactief pro-colipase door trypsine splitsing in het duodenum
- zorgt voor binding pancreas lipase op het oppervlak van de vetdruppen en voorkomt inactivatie door galzouten
Micellair transport vetzuren en 2-MG
Het lumen van de darm is licht alkalisch, dicht bij het opp is de pH zuurder. Vetzuren en MGs zijn zuren en kunnen een proton opnemen, worden dan apolair en kunnen makkelijk passief over het membraan
Worden in de cel weer gesynthetiseerd tot triglyceriden, worden vertakt met eiwitten en als chylomicronen afgegeven aan de lymfen.
Stoornissen in koolhydraat afbraak symptomen
- osmotische diarree
- flatulentie en H2 gas in uitademingslucht
- zure feaces
- glucose spiegel stijgt niet