W3HC3: Fysiologie van gal Flashcards
1
Q
Synthese primaire galzouten in hepatocyt
A
- gemaakt van cholesterol: apolair, slecht oplosbaar in water
- cholesterol wordt gehydroxyleerd, waardoor het meer polair wordt, er wordt een carboxylgroep aangezet, wordt een echt zuur
- epimerisatie van een hydroxylgroep: wordt naar onderkant molecuul gebracht (alfa)
2
Q
Conjugatie galzouten met een aminozuur
A
- glycine of taurine gaan met het galzuur een isopeptide binding aan, zijn daardoor resistent tegen eiwitafbrekende moleculen
- door conjugatie wordt de pKa weer lager, nog meer polair en makkelijker oplosbaar
- amfoteer molecuul: alle OH-groepen en carboxylgroep zitten aan 1 kant molecuul: polair vlak, andere kant hydrofoob -> vettige verbindingen opnemen
3
Q
Micellen
A
In oplossing gaan de kanten zelf oriënteren en worden multimeren. De hydrofobe kanten gaan naar elkaar toe, hydrofiele groepen zitten aan de buitenkant
4
Q
Hepatische gal
A
In de galgangetjes wordt HCO3- rijk vloeistof toegevoegd. Is ook door secretine gestimuleerd en werkt met CFTR
5
Q
Galflow: volume bepaald door 3 componenten
A
- 900ml/dag
1. Galzout - onafhankelijk: canaliculair. Standaard, continue secretie van vloeistof door hepatocyt.
2. Galzout afhankelijk, canaliculair. Galzout uitscheiden, neemt secretie van vocht toe: cholertisch effect van galzout
3. Galzout onafhankelijk, ductulair: secretie van vocht door ductuli, afwezig bij CF
6
Q
Deconjugatie galzouten door darmflora
A
- in colon verbreken bacteriën de conjugatie tussen het galzuur en de aminozuren -> hydrofober molecuul: secundaire galzouten -> kan opgenomen worden door epitheel colon
7
Q
UDCA (ursodiol)
A
- choleritsch effect (galflow omhoog) -> spoelt galwegen/galstenen door
- remt de novo synthese ‘toxisch’ endogeen galzout in hepatocyt
8
Q
Entero-hepatische cyclus galzouten
A
- 5% passief opgenomen in jejunum: niet goed geconjugeerd
- 80% in distale ileum via IBAT getransporteerd naar v. porta
- 5% colon
9
Q
Concentratie in galblaas
A
- door isotoon vloeistof te reabsorberen door het galblaas epitheel
- 10-20x concentratie
- verlaging pH -> galzouten wat stabieler, minder snel stenen
- opname door Cl-HCO3- exchanger en Na-H-exchanger
10
Q
CCK en gal
A
- stimuleert sphincter relaxatie
- start vasovagale reflexboog, stimuleert contractie galblaas