W4HC6: Malabsorptie/Coeliakie Flashcards
1
Q
Secretoire diarree
A
Actief uitscheiden van grote hoeveelheden elektrolyten en vocht in het lumen van de darm met diarree als gevolg
- osmotische gap < 100
2
Q
Osmotische diarree
A
Voedingsstof kan niet worden afgebroken, opgenomen of getransporteerd over de darm wand. Osmotische lading in het lumen van de darm, leidend tot diaree
- osmotische gap > 100
3
Q
Alarmsyptomen
A
- dehydratie
- afbuigende lengtegroei of gewichtsverlies
- bloed bij diarree
- positieve familie anamnese
- nachtelijke diarree
- bolle buik
- oedeem
4
Q
Coeliakie
A
- immuun-gemedieerde enteropathie
- permanente overgevoeligheid voor gluten
- in genetisch vatbare personen
5
Q
Pathofysiologie coeliakie
A
- gluten worden opgenomen -> komen in lamina propria -> antigeen presenterende cel presenteert het aan een lymfocyt -> immuunrespons -> inflammatiecascade
- gliadine moet eerst gedeamineerd worden door tTG voordat het actief en herkent kan worden door de receptor vd antigeen presenterende cel.
6
Q
Coeliakie genetica
A
- sterke associatie met HLA
- grootste deel vd patiënten hebben type HLA-DQ2 of DQ8
7
Q
Voorwaarden ontwikkelen coeliakie
A
- HLA type DQ2 of DQ8
- eten van gluten
- verhoogde anti-tTG
8
Q
Diagnose stellen
A
- familie anamnese, afbuigen lengte/gewicht, anemie
- bloedonderzoek: HLA typering, antistoffen tegen tTG en anti-endomysium
- anders duodenumbiopten
9
Q
Klassieke presentatie
A
- 8-24 maanden: Na introductie gluten
- chronische of recurrente diarree, bolle buik, slechte eetlust, gewichtsverlies of afbuigende lengtegroei
- buikpijn, braken, obstipatie, humeurigheid
10
Q
Niet gastrointestinale klachten
A
- dematitis herpetiformis: ernstige jeuk, symmetrisch
- afwijkend tandglazuur
- botontkalking
- klein gestalte
- vertraagde puberteit
- ijzersgebrekanemie, hepatitis, artritis, epilepsie