VO week 1 Flashcards

1
Q

op welke wijze kunnen cellen micro-organismen fagocyteren?

A
  • binding van micro-organisme via ligand aan de receptor
  • endocytose van micro-organisme incl. receptor
  • afbraak micro=organisme in de macrofaag (oxidatie)
  • uitscheiding van afvalproducten van de verteerde micro-organisme en antigeenpresentatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke cellen kunnen fagocyteren?

A

macrofagen en neutrofiele granulocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is opsoninatie?

A

het proces waarbij een ziekteverwekker of ander lichaamsvreemd deeltje wordt beladen met het antilichaammolecuul opsonine, zodat het opgenomen kan worden door fagocyten. Opsonisatie zorgt voor een sterk verhoogde efficiëntie van fagocytose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe kunnen micro-organismen d.m.v. kapsels ontsnappen aan fagocytose?

A

hierdoor kan er geen opsoninatie optreden van de bacterie en daardoor is fagocytose moeilijker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het effect van een lysozym op een bacterie?

A

zorgt voor afbraak van peptidoglycaan (= belangrijkste component celwand van grampositieve bacteriën)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

oorsprong enzym?

A

is aanwezig in alle lichaamsvochten en komt vrij als neutrofiele granulocyten uit elkaar vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly