HC.5.6: Diagnostiek van lymfoproliferatieve aandoeningen Flashcards
wat is het spectrum van lymfoproliferatieve ziekten?
reactief tot maligne
bij reactief moet je denken aan Pfeiffer en ziekte van Sjörgen
bij maligne moet je denken aan non-Hodgkin, Hodgkin en CLL
op de grens van reactief naar maligne zit primaire immuundeficiëntie e post-transplantatie lymfoproliferaties
via welk onderzoek kun je kijken of weefsel en cellen er normaal of afwijkend uitzien?
(histo/cyto)morfologie / immunofenotypering (markers)
wat zijn de onrijpe markers?
CD34, TdT (= extra variatie herschikking)
wat zijn de B-cel markers?
- CD10, D19, CD20, SmIg, CyIg
wat zijn de myeloide markers?
CD13, CD33, CD14, CD15
wat zijn de NK-cel markers?
CD56
wat zijn de T-cel markers?
CD1, CD2, CD3, CD4, CD8, TCR
welke markers zijn positief bij het Burkitt lymfoom?
CD10 icm monotypie van kappa en lambda
hoe maak je onderscheid tussen mantelcellymfoom en CLL via markers?
beide CD5 positief alleen CLL is CD23 positief en die andere niet
wat zijn de karakteristieke DNA/ RNA afwijkingen om te vinden met diagnostiek?
moleculaire diagnostiek en cytogenetica
welke ziekte veroorzaakt het Ebstein-Barr virus (EBV)?
pfeiffer