HC.4.6: Ontwikkeling van vaccinaties en het rijksvaccinatieprogramma Flashcards
wat houdt primaire preventie in?
de infectieziekte wordt geheel voorkomen
wat houdt secundaire preventie in?
de besmetting heeft al plaats gevonden maar verdere ziekte wordt voorkomen of de ziekteverschijnselen worden verlicht
waar kan een vaccinatie als preventie voor dienen?
- ziekten
- infecties
- dragerschap/circulatie
hoe ontstaat er bescherming door vaccinatie?
- individuele bescherming
- groepsimmuniteit
vaccinatie is een typische volksgezondheidmaatregel: gericht op de bevolking en als programma uitgevoerd
wat is het doel van vaccinatie?
bescherming tegen (complicaties) van ziekten: levenslang, compleet, veilig
wat is een vaccin?
dode/levend verzwakte pathogenen, delen van gezuiverde antigenen, mRNA
wat is immunogeniciteit?
mate van immuunreactie of sero-conversie
wat is effectiviteit van vaccinatie?
mate van bescherming
wat is reactogeniciteit?
mate van ongewenste bijwerkingen (adverse effecten)
wat is groepsimmuniteit?
bescherming van vatbare individuen door omliggende groep van persoenen die immuun is
wat is een RNA vaccin?
het vaccin bestaat uit mRNA wat codeert voor een deel van het spike-eiwit van het coronavirus. het mRNA dringt de cel binnen en RNA wordt afgeschreven. er ontstaat een sterke B- en T-cel respons
wat is een virale vector vaccin?
het genetische materiaal van het coronavirus wordt in een onschadelijk gemaakte vector geplaatst. dit zorgt voor een immuunrespons
wat is een subunit vaccin/split-vaccin?
het virus wordt in verschillende stukken geknipt, waardoor het virus inactief is maar toch een immuunrespons opwekt
wat is de benodigde vaccinatiegraad?
90% maar voor de mazelen is het 95%
wat zijn argumenten om niet te vaccineren als we kijken naar ziekte?
- bestaat niet
- ernst wordt overdreven
- goede behandeling beschikbaar
- nuttige bijdrage aan de ontwikkeling van het kind