HC.4.7: Latente infecties en maligne ontaarding Flashcards

1
Q

wat zijn de eigenschappen van het virus HBV?

A
  • DNA virus
  • transmissie: bloed/lichaamsvloeistof op bloed (moeder op kind, SOA)
  • er is een vaccin tegen
  • doelwitcel: hepatocyten
  • prognose: pasgeborenen 90% chronisch en volwassenen <10% chronisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de eigenschappen van het virus HCV?

A
  • RNA virus
  • transmissie: bloed op bloed (naalden)
  • er is geen vaccin tegen
  • doelwitcel: hepatocyten
  • prognose: chronisch (60-80%), niet leeftijdsafhankelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is het ziekteverloop?

A

vanuit een acute infectie kan herstel optreden of chronische hepatitis. chronische hepatitis kan met therapie geremd worden maar als dit niet werkt komt er cirrose en dat leidt tot HCC en dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat bepaalt de afweer in de lever?

A
  • tolerant milieu: reageert niet agressief op pathogene indringers
  • innate afweer wat later ook de adaptieve activeert
  • cytokinen IFN-I: remming van virale replicatie, verhoogde antigeenpresentatie en activatie NK-cellen, APC en T-cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waardoor werkt het immuunsysteem niet goed tegen HBV?

A

het is een stealth virus: het is onzichtbaar voor het IFN-gemedieerde aangeboren afweersysteem. daarnaast onderdrukt het IFN-I productie. ook de T-cellen respons is beperkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waardoor werkt het immuunsysteem niet goed tegen HCV?

A

deze remt het effect van type I IFN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke factoren kunnen de afweerrespons beïnvloeden?

A

gastheerfactoren
- genetische polymorphismen
- leeftijd
- overgewicht
- co-infectie
virale factoren
- genotype/subtype
- inoculum dosis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de directe manier waarop een virale infectie voor weefselschade zorgt?

A

cytopatisch virus wat leidt tot beschadiging van de geïnfecteerde cel en daardoor celdood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de INdirecte manier waarop een virale infectie voor weefselschade zorgt?
(dit is bij HBV en HCV)

A
  • activatie (innate) afweer waardoor je koorts en moe wordt
  • inductie (adaptieve) afweer waardoor doden van virus-geïnfecteerde cel.
    dus het virus laat de geïnfecteerde cel leven maar door de immuunrespons gaat de cel uiteindelijk wel dood
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe ontstaat een chronische virale hepatitis?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de 2 belangrijkste risicofactoren voor HCC?

A

cirrose en virale hepatitis (leidt ook tot cirrose)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe ontstaat HCC ten gevolge van chronische virale hepatitis?

A

opruiming van virus geïnfecteerde cellen door afweer -> continu milde leverschade -> hoge cel turn-over -> mutaties -> hoger risico op ontwikkelen HCC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is het verschil tussen HCC ontstaan door HBV en HCV?

A

HBC kan zowel via directe (10%) als indirecte route en HCV kan alleen via indirecte route

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is het HBx eiwit?

A

afkomstig van HBV kan wel worden aangetoond in het host-genoom en van HBx is bekend dat het oncogene eigenschappen heeft. dit is ong 10% van de HCC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly