TR les 31 Flashcards
board
plank (de)
hoe verdient hij geld
hoe krijgt de Nederlander brood op de plank
is capable of
is in staat
living
kost (de)
diagram
diagram (het)
derive (from)
afleiden (uit)
sector
sector (de)
services
diensten
serve
van dienst zijn
outdoors
buitenshuis
ready-made
kant-en-klare
meals
maaltijden
deliver
bezorgen
order
bestellen
travel agency
reisbureau (het)
office
kantoor (het)
management
beheer (het)
network
netwerk (het)
specialists
specialisten
temp agency
uitzendbureau (het)
result
resultaat (het)
catering
catering (de)
countless
talloze
shoot
schieten
mushrooms
paddenstoelen
er komen heel snel veel nieuwe bij
schieten als paddenstoelen uit de grond
further
nader
conclude
constateren
jobs
banen
income
inkomsten
workers
arbeiders
low-skilled
laaggeschoold
try
trachten
low-wage countries
lagelonenlanden
traditional
traditionele
housewife
huisvrouw (de)
in massive numbers
massaal
zijn gaan werken
zijn de arbeidsmarkt opgegaan
look
blik (de)
teaches
leert
female
vrouwelijke
average
gemiddelde
note
merk op
corporate
zakelijke
services
dienstverlening (de)
care
zorg (de)
reasons
redenen
combine
combineren
cuts
bezuinigingen
calculated
gerekend
worked
gewerkte
figure
figuur (de)
zelfstandig zijn
op eigen benen staan
career
carri�re (de)
temporary
tijdelijke
contract
contract (het)
discrimination
discriminatie (de)
flexibility
flexibiliteit (de)
standard
norm (de)
is normaal
is de norm
regularly
geregeld
change
wisselen