TR les 16 Flashcards
1
Q
ladies
A
dames,
2
Q
gentlemen
A
heren,
3
Q
aside
A
opzij - [] -
4
Q
museum
A
het museum
5
Q
to push
A
duwen
6
Q
please
A
alstublieft
7
Q
allemaal
A
met z’n allen
8
Q
narrow
A
nauwe
9
Q
holes
A
gaten
10
Q
to exceed one’s expectations
A
meevallen
11
Q
William of Orange
A
Willem Oranje
12
Q
shot
A
schieten - [schiet-schiet-schiet] - schoot - schoten - geschoten
13
Q
fatherland
A
vaderland (het)
14
Q
van het vaderland
A
des vaderlands
15
Q
murdered
A
vermoorden - [reg]
16
Q
around
A
omstreeks
17
Q
collection
A
verzameling (de)
18
Q
one by one
A
een voor een
19
Q
govern
A
regeren - [$regeer] -
20
Q
leaves (to)
A
laten over (aan) - [laat-laat-laat] - liet- lieten-gelaten
21
Q
local
A
plaatselijke
22
Q
administration
A
het bestuur
23
Q
in his place
A
in zijn plaats
24
Q
appears
A
verschijnen - [reg] - verscheen - verschenen - verschenen
25
to inherit
erven - [erf erft erft] - erfde - erfden - ge:erfd
26
male cousin
neef (de)
27
prince
prins (de)
28
Brussels
Brussel
29
to raise
opvoeden - [reg]
30
Spanish
Spaanse
31
to represent
vertegenwoordigen - [reg]
32
je kunt beter zeggen
of beter gezegd
33
resistance
verzet (het)
34
authority
gezag (het)
35
imposes
leggen op [$]
36
religion
godsdienst (de)
37
Protestantism
protestantisme (het)
38
on the contrary
juist
39
Protestant
protestant
40
leadership
leiding (de)
41
rebellion
opstand (de)
42
de oorlog die 80 jaar duurde (1568-1648)
de 80-jarige oorlog
43
period
periode (de)
44
stale, close, short of breath
benauwd
45
to join
sluiten zich aan
46
republic
republiek (de)
47
of the
der
48
to kill
doden - [$dood]
49
reward
beloning (de)
50
it happens
geschiedt [met het]
51
independence
onafhankelijkheid (de)
52
already
reeds
53
fact
feit (het)
54
European
Europese
55
to recognize, to acknowledge
erkennen - [$erken]
56
to maintain
behouden - [] behield - behielden - behouden
57
members of the House of Orange
Oranjes
58
we find ourselves
bevinden ons