STATIO VII - Tekst 2 - Nachtelijke gevaren (begin tot ire) Flashcards
1
Q
nunc:
A
nu
2
Q
periculum,
A
periculi: het gevaar
3
Q
nox,
A
noctis: de nacht
4
Q
altus,
A
alta, altum: hoog; diep
5
Q
esse,
A
sum, fui, - : zijn
6
Q
tectum,
A
tecti: het dak
7
Q
unde:
A
vanwaar
8
Q
cadere,
A
cado, cecidi,-: vallen
9
Q
quotiens:
A
hoe vaak
10
Q
de +
A
abl.: vanuit, weg van, uit; over
11
Q
posse,
A
possum, potui, -:kunnen
12
Q
habere,
A
habeo, habui, habitum: hebben; houden
13
Q
si +
A
ind./conj.: als, indien
14
Q
ad +
A
acc.: naar, tot bij, bij
15
Q
cena,
A
cenae: hoofdmaaltijd, diner