STATIO V - Tekst 1 - De sibillijnse boeken (vanaf aetas tot sine) Flashcards
1
Q
aetas,
A
aetatis: de leeftijd
2
Q
is,
A
ea, id: die, dat; hij, zij, het
3
Q
tum:
A
: toen, op dat moment
4
Q
ille,
A
illa, illud: die, dat; hij, zij, het
5
Q
cum +
A
+ abl.: met, samen met
6
Q
ignis,
A
ignis (m.): vuur
7
Q
tres,
A
tres, tria: drie
8
Q
e(x),
A
+ abl.: uit, weg van, van
9
Q
et:
A
: en
10
Q
interrogare,
A
interrogo, interrogavi, interrogatum: ondervragen, vragen
11
Q
reliquus,
A
reliqua, reliquum: resterend, overig
12
Q
idem,
A
eadem, idem: dezelfde, hetzelfde
13
Q
emere,
A
emo, emi, emptum: kopen
14
Q
sed:
A
: maar
15
Q
multo:
A
: veel