Statio VI - Tekst 2 - Androclus en de leeuw - deel 1 (tot ac) Flashcards
1
Q
introducere
A
introduco, introduxi, introductum: binnenbringen, binnenleiden
2
Q
inter +
A
acc.: tussen; tijdens
3
Q
ceterus,
A
cetera, ceterum: overige
4
Q
quidam,
A
quaeddam, quoddam: een zekere, een of andere
5
Q
servus,
A
servi: de slaaf
6
Q
vir,
A
viri: de man
7
Q
pad +
A
acc.: naar, tot bij; bij
8
Q
pugna,
A
pugnae: de strijd, het gevecht
9
Q
damnare,
A
damno, damnavi, damnatum: veroordelen
10
Q
hic,
A
haec, hoc: deze, dit; hij, zij, het
11
Q
ubi:
A
zodra, wanneer, toen
12
Q
ille,
A
illa, illud: die, dat; hij, zij, het
13
Q
videre,
A
video, vidi, visum: zien, kijken
14
Q
procul:
A
van ver, in de verte
15
Q
repente:
A
plotseling, plots