STATIO V - Tekst 1 - De sibillijnse boeken (vanaf sine tot einde) Flashcards
1
Q
sine
A
+ abl.: zonder
2
Q
alius,
A
alia, aliud: ander, andere
3
Q
rogare,
A
rogo, rogavi, rogatum: vragen
4
Q
ut +
A
+ conj.: opdat, om te; zodat; dat
5
Q
denique:
A
: uiteindelijk, tenslotte
6
Q
quam:
A
(na comparatief): dan
7
Q
pro +
A
+ abl.: voor
8
Q
omnis,
A
omnis, omne: geheel, al, ieder, elk
9
Q
constare,
A
consto, constiti, -: vaststaan
10
Q
tunc:
A
: toen, op dat moment
11
Q
a(b) +
A
+ abl.: vanaf, vanuit, weg van, van; door
12
Q
postea:
A
: daarna, later, nadien
13
Q
numquam:
A
: nooit, nooit meer
14
Q
videre,
A
video, vidi, visum: zien, kijken
15
Q
in +
A
+ abl.: in, op; tijdens