Statio VI - Tekst 2 - Androclus en de leeuw - deel 2 (van deinde tot esse) Flashcards
1
Q
deinde:
A
vervolgens
2
Q
atque:
A
en
3
Q
homo,
A
hominis: de mens, de man
4
Q
accedere,
A
accedo, accessi, accessum: naderen, gaan naar
5
Q
tum:
A
toen, op dat moment
6
Q
mos,
A
moris: de zede, de gewoonte, de manier
7
Q
canis,
A
canis: de hond
8
Q
movere,
A
moveo, movi, motum: bewegen
9
Q
manus,
A
manus: de hand
10
Q
lingua,
A
linguae: de taal, de tong
11
Q
neque:
A
en niet, ook niet; maar niet
12
Q
multo:
A
veel
13
Q
post:
A
daarna, later, nadien
14
Q
idem,
A
eadem, idem: dezelfde, hetzelfde
15
Q
venire,
A
venio, veni, ventum: komen