ritme en geleidingsstoornissen II Flashcards

1
Q

AVRT

A

macro re-entry dat circuleert n gehele harthelft
kan alleen ontstaan als tijdens embryonale ontwikkeling scheiding tussen boezem en kamer niet goed verloopt > stukje spierweefsel op overgang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ontstaan AVRT

A

AV-knoop niet meer enige weg van atria naar ventrikels.
Bij overslag hart en AV-knop nog refractie, prikkel via andere weg naar kamers en AV-knoop neemt prikkel weer terug naar atria > circuit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

2 soorten AVRT

A

orthodoxe AVRT
antidrome AVRT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

orthodoxe AVRT

A

heen over AV-knoop, terug via extra verbinding
eerst activatie boezems
daarna kamers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

antidrome AVRT

A

heen via extra verbinding, terug via AV-knoop
P toppen achter QRS complex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ECG ventriculaire tachycardie

A

P-toppen volledig losgekoppeld van QRS-complexen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ventriculaire tachycardie

A

prikkels ontstaan in ventriculaire myocard en moet via disbundel rest van kamel activeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ECG fast ventriculaire tachycardie

A

P-toppen geheel afwezig door zeer snelle activatie kamers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

polymorfe ventriculaire tachycardie

A

amplitudes van R-toppen vormen spoelvormig patroon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ventrikelfibrilleren

A

geen gecontroleerde ventriculaire contractie
geef efficiënte cardiac output

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

aanwijzing die duidt op VT (ventriculaire tachycardie)

A

AV-dissociatie: AV-knoop geleid niet de pulsen die tachycardie veroorzaken
P-toppen regelmatig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe kan breedcomplextachycardie ontstaan?

A

sinusritme in combinatie met bundeltakblok
atriumfibrilleren in combinatie met bundeltakblok
WPW
P-top dat leidt tot kamer-activatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

WPW-syndroom

A

extra elektrische verbinding tussen boezems en kamers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

syncope

A

tijdelijk bewustzijn verlies door onderbroken toevoer van bloed naar hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

oorzaken syncopes

A

vasculair
obstructief
aritmie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

3 oorzaken bradycardieen

A

sinusbradycardie
AV-geleidingsstoornissen
escape rythms

17
Q

sinusbradycardie

A

SA-knoop vuurt vertraagd

18
Q

behandeling sinusbradycardie

A

aanpassing medicatiegebruik
pacemaker
atropine

19
Q

eerstegraads AV-blok

A

PR-interval duurt langer

20
Q

tweedegraads AV-blok

A

na P-top even geen QRS-comlex doordat AV-knoop niet goed werkt

21
Q

derdegraads AV-blok

A

AV-bundel laat geen prikkels meer door
pacemaker nodig

22
Q

junctioneel ritme

A

type bradycardie waarbij AV-knoop functie SA-knoop overneemt en langzamer slaat

23
Q

ventriculair ritme

A

SA- en AV-knoop kunnen ventrikel niet meer activeren, ventrikel neemt over

24
Q

hooggradig AV-blok

A

meer dan 1 p-top wordt niet gevolg door QRS-complex
pacemaker

25
Q

ectopie

A

een focus in myocard die irregulair prikkels afgeeft

26
Q

2 vormen ectopie

A

PAC: met P-top, korter PP-interval
PVC: geen P-top voor QRS