niertransplantatie Flashcards

1
Q

oorzaken toename patiënten terminale nierinsufficientie

A

toename vergrijzing
epidemie obesitas
epidemie hypertensie
epidemie diabetes mellitus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

redenen om te transplanteren

A

kinderen met nierinsufficientie groeien vaak niet, na niertransplantatie wel
verbetering psychosociale en cognitieve ontwikkeling
goedkoper dan dialyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar wordt de donornier op aangesloten?

A

a. iliaca externa
v. iliaca

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

redenen om donornier in lieskanaal te plaatsen

A

normale plek niet moeilijk te bereiken
lieskanaal dichter bij blaas, dus kortere ureter nodig
lieskanaal grote bloedvaten
donornier dicht aan oppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

deceased after circulation death

A

donor had geen circulatie op moment van uitnemen organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

deceased after brain death

A

donor is hersendood maar heeft intacte circulatie op moment dat organen uit lichaam werden gehaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

op basis van welke factoren krijgt patient op donorlijst punten?

A

tijd op wachtlijst
leeftijd
afstand tot transplantatiecentrum
match met weefsel van ontvanger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe wordt patient beoordeeld op geschiktheid als donor

A

bloedgroep
weefseltypering
dragerschap virussen en parasieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly