refluxziekte Flashcards

1
Q

Symptomen reflux onderverdelen

A
  • Klassieke symptomen: direct geassocieerd met slokdarm. Regurgitatie en pyrosis (terugstromen gaat gepaard met pijnlijk, scherp gevoel)
  • Aspecifieke klachten: mogelijk met slokdarm geassocieerd.Misselijk, non-cardiac chest pain, maagpijn en hikken
  • Extra-oesofagale symptomen: symptomen buiten slokdarm. Heesheid, brok in keel, tanderosie en ontstoken keel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Behandeling reflux

A

Niet-medicamenteus: afvallen, voeding aanpassen, uitleg, hoofd wat hoger slapen
Medicamenteus: antacida, H2-remmers, GERDOFF en PPI (omeprazol, pantoprazol).
Bij ernstige reflux geeft je onderhoudsbehandeling met PPI. Als niet werkt uiteindelijk operatief (fundoplicatie).
Als af en toe refluxantacidum, als langere periodes PPI, en type 3 heeft continue behandeling nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Behandeling verschillende typen reflux

A

Type 1: af en toe reflux, dan antacida geven
Type 2: langere periodes reflux, niet altijd. PPI 2-3 weken en dan kijken of verdwenen
Type 3: continue behandeling nodig. Onderhoudsbehandeling of preventieve behandeling instellen, bij NSAID of ascal maagzuurremmer iedere dag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Reflux complicaties

A

Ontsteking, vernauwing, Barrett slijmvlies of Schatzki-ring (ring littekenweefsel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschil tussen ERD en NERD en oesophagitis

A

ERD is erosieve reflux disease, NERD (non-erosief) heb je wel reflux klachten maar endoscopisch is niks te zien. Oesophagitis is ontsteking van slokdarm is endoscopische diagnose (niet zelfde als reflux)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verdedigingsmechanismen van lichaam voor reflux

A

LES, intra-abdominale segment LES, rechter crus diafragma, zwaartekracht, peristaltiek van slokdarm en speeksel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oorzaken reflux

A

Hernia diafragmatica, dieetfactoren, zwangerschap, verminderde LES-rustdruk, TLESR (transient LES relaxation), oesofagusmotiliteit, vertraagde maagontlediging, gallige reflux, overgewicht en medicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Typen hiatus hernia

A

Type 1: deel van maag glijdt op en neer thorax in en uit
Type 2: Naast slokdarm ligt stukje maag in thorax
Type 3: 2 stukjes maag liggen in thorax, zowel naast slokdarm als aan slokdarm vast
Type 4: deel van darm in thorax.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Fundoplicatie

A

Herstellen anatomie maag, LES en maag komen weer volledig in buikholte.
Kan via nissen (360 graden): maag achter slokdarm langs halen en aan zichzelf vastzetten (kans op dysfagie)
Toupet (180/270 graden): feite zelfde als nissen, maar iets minder en dus minder bijwerkingen
Dor: antrum van maag langs voorkant (ipv. Achterkant)

Toupet en dor zijn partiële fundoplicaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bijwerkingen fundoplicatie

A

Dysfagie, bloating of flatulentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Motiliteit tractus digestivus

A

MDK is van belang bij secretie, resorptie en transport.
Normale motiliteit gaat gedurende de hele dag door; peristaltische contracties (proximaal-distaal) en gesegmenteerde contracties (in specifiek gebied).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Sfincters van tractus digestivus

A

UES, LES, pylorussfincter, klep van Bauhin en maag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Motiliteit complexen

A

Migrating motor complex: van antrum naar klep van Bauhin. Grote peristaltische golf stuwt al het voedsel naar het colon. Giant migrating contraction is vaak in ochtend waarbij distale colon wordt geleegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Beïnvloeding motiliteit

A

Speekselklieren, diafragma, buikspieren, bekkenbodemspieren, n. vagus, lokale hormonen, endocriene en exocriene hormonen, opiaten, alcohol, amfetamine, pyridostigmine en erytromycine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Motiliteit

A

Bewegen, voelen, opname en afgifte. Diagnostiek via manometrie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Slokdarmachalasie

A

Achalasie= ontbreken relaxatie. Voedsel kan dan niet naar de maag toe. Afwezige gecoördineerde peristaltiek en afwezige relaxatie LES

3 typen: stille slokdarm (knijpt niet meer), pompende slokdarm (ongecontroleerd knijpen) en spastische slokdarm (kramp na slikken). LES sluit bij allemaal niet meer. Behandelen door: oprekken pneumodilatatie, verlammen door botox of doorsnijden/myotomie.

17
Q

Storingen in motoriek slokdarm

A

Achalasie, ineffectieve motoriek, jackhammer slokdarm (meerdere krampen), slokdarmspasmen en esophagogastrische outlet obstructie

18
Q

Storingen in motoriek GE

A

Reflux en hiatus hernia

19
Q

Storingen motoriek maag

A
  • Gastroparese: vertraagde maaglediging
  • Pylorus hypertonie: spanning pylorus hoger dan LES, bij baby’s, dan projectiel braken
  • Functionele dyspepsie: epigastrische pijn voor of na maaltijd, vals alarm.
20
Q

Storingen motoriek dunne darm

A

CIIP. Door neuropathie of myopathie, voedsel staat stil in colon, dan bacteriële overgroei

21
Q

Storingen motoriek colon

A

Obstipatie of diarree