IBD Flashcards
Therapie IBD
Anti-TNF therapie en immunomodulatoren. Immunomodulatoren hebben bijwerkingen als misselijkheid, hepatologische problemen, infectie en pancreatitis
Behandeling slokdarmkanker
Neo-adjuvante chemoradiatie en dan operatie.
Therapie Barretts oesophagus
Cryoablatie
IBD
Collitis ulcerosa en ziekte van Crohn. Indeterminante colitis is tussenvorm van IBD en Crohn.
Ziekte van westerse wereld, kan te maken hebben met genetica, maar vooral leefstijl. Hoe jonger de diagnose, hoe grotere kans op ernstig fenotype
Verschillen tussen collitis ulcerosa en Crohn
- Crohn komt in hele TD voor (voorkeur terminale ileum), CU beperkt tot colon en rectum.
- Bij Crohn zijn aparte delen aangedaan en zitten nog gezonde stukken tussen, bij CU is aaneengesloten stuk ontstoken
- Crohn zorgt voor transmurale ontstekingen (hele darmwand; mucosa, submucosa, lamina propria, spierlaag en soms serosa). Stenosering kan dan optreden. CU alleen oppervlakkig (mucosa)
- Crohn: fistels kunnen ontstaan (merendeel perianaal; wondjes en abcessen ontstaan en kunnen ontsteken). Ook granuloomvorming en dat is niet zo bij CU.
Symptomen colitis ulcerosa
Diarree en bloedverlies, constante urge (aandrang). Ook buikpiijn, anorexie en afvallen, maar komt minder voor bij CU. Docters delay is 4 maanden
Symtpomen ziekte van Crohn
Buikpijn en diarree (bloedverlies minder). Gewichtsverlies meer dan bij CU. Ook koorts en perianale problematiek (fistels). Docters delay is 9 maanden.
Labonderzoek Crohn en CU
Anemie, leukocytose, CRP, hypoalbuminemie en calprotectine (via ontlasting)
Endoscopisch beeld CU en Crohn
Bij CU verdwijnt de vaattekening, er ontstaat felrode darmwand met witte zweertjes (die kunnen verergeren)
Crohn: heeft discontinu beeld, zweren liggen vaak in gezonde stukken mucosa (skip laesions/discontinue ontstekingsactiviteit). Maar kan ook soms continu zijn (dan moeilijk onderscheid met CU). Ook kunnen soms granulomen zichtbaar zijn.
Pathogenese IBD
Genmutaties zijn nodig, maar is niet drijvende factor. Ook darmbacteriën, immuunsysteem en omgevingsfactoren spelen een rol. Genetica speelt grotere rol bij Crohn dan CU. Vaak is bij IBD mutatie in epitheliale beschermlaag van darm. Roken heeft gunstige invloed op CU (niet op Crohn).
Bij IBD neemt permeabiliteit van darmwand toe, bacteriën komen in aanraking met immuunsysteem en cytokines worden geproduceerd. TH17 cellen worden dan actief. Grote ontstekingsreactie ontstaat
Microbioom
Opbouw is anders bij IBD (balans verstoord tussen commensalen, symbionten en pathobionten), minder diversiteit (vaker dysbiose). Meer pathogenen en minder firmicuten. Darmflora is anders bij IBD
Mechanismen om pathogenen buiten te houden
IgA productie, Paneth cellen (antibiotica productie), Toll like receptors, slijmlaag en NOD-eiwit (gen is vaak gemuteerd bij IBD)
Behandeling IBD
Opvlamming behandelen met inductietherapie. Tegelijkertijd starten met onderhoudstherapie.
Inductietherapie
Stap 1: Meselazine (Alleen bij CU, niet Crohn!!!)
Stap 2: corticosteroïden (geschikt voor beide)
Stap 3: infliximab of adalinumab (maken antilichamen tegen specifieke moleculen)
Stap 4: andere biologicals Vedolizumab en Ustekinumab (bij Crohn)
Chirurgie is laatste stap. Bij CU doe je colectomie (hele dikke darm verwijderen) en stoma of pouch geven. bij Crohn: darmsparend opereren. Of ileo-ceacaal resectie
Onderhoudstherapie
1: Mesalazine voor CU
2: Azathioprine (immuunsuppressiva)voor beide
3: methotrexaat voor Crohn
4: biologicals