galblaas en galwegen en toxische leverschade Flashcards

1
Q

Alarmsymptomen bovenbuikklachten

A
  • Hematemesis (bloed braken)
  • Melaena (zwarte ontlasting)
  • Passagestoornissen
  • Gewichtsverlies
  • Anemie/malaise
  • Pijnloze/stille icterus
  • Ontkleurde feces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kans op cholelithiasis neemt toe bij (4 F’s)

A

Vrouw, overgewicht (hoog BMI en visceraal vet), leeftijd>40 en hoog oestrogeen (bij bijv. zwangerschap)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Behandelen galstenen

A

Verwijderen via ERCP (endoscopische retrograde cholangio-pancreaticografie). Met papillotomie wordt papil van Vater verwijd. Grote kans op nog een keer galstenen dus cholecystectomie aanbieden. Als niet snel wordt behandeld met ERCP is er kans op cholangitis of cholecystitis. Pancreas kan ook ontsteken (biliaire pancreatitis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Risicogroepen hepatitis C

A

Besmette gezinsleden, kinderen in opvangcentra, beroepsrisico, verblijd in gebied, wisselende seksuele contacten, (ex)drugs gebruikers, niet steriele ingrepen (tattoo) en verstandelijk gehandicapten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer moet je denken aan metabool syndroom met NASH (niet-alcoholisch steatohepatitis)

A

Als te hoog BMI en 2 van volgende kenmerken: te hoog glucose, te hoog LDL-cholesterol, te veel triglyceriden in bloed of te hoge bloeddruk. NASH is zichtbaar op echo, want dan is lever echorijk (lichter van kleur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Syndroom van Gilbert

A

Enzym om bilirubine om te zetten in wateroplosbare stof ontbreekt of functioneert slecht. Bilirubine kan niet goed worden uitgescheiden via urine en ontlasting en blijft hoog aanwezig. Leverfuncties ASAT, ALAT zijn normaal. Is chronische maar goedaardige leverziekte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Virale hepatitis (groepen)

A

A: vooral (via) kinderen, infectiehaarden uit endemische gebieden, vaccinatie?
B: SOA onder risicogroepen, vaccinatie?
C: risicogroepen bloedcontact, reizigers, tattoo, naaldcontact, besmette familieleden
D/E: zeldzaam, vaak parallelle infecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aspecten bij lichamelijk onderzoek die kunnen duiden op chronisch leverlijden

A

Ascites, caput medusae, erythrema palmare en spider naevi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oorzaken icterus

A

Prehepatisch: hemolyse. Is verhoogde afbraak rode bloedcellen er ontstaat verhoogd aanbod bilirubine

Intrahepatisch: virale hepatitis, toxiciteit van geneesmiddelen of alcohol, cirrose, zwangerschap en autoimmuun hepatitis

Posthepatisch: galstenen, tumoren, galwegstenose en PSC (primaire scleroserende cholangitis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Prognose auto-immuunhepatitis

A

Reageert goed op medicatie, levenslange behandeling. In begin steroïden (prednison/budesonide) geven. Bij prednison ook azathioprine (imuran) geven voor de bijwerkingen. Prednison op gegeven moment afbouwen en dan imuran laten overnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

MASLD/metabolic dysfunction-associated steatotic liver disease

A

Als >5% steatose aanwezig in hepatocyten. Overmatige vetstapeling in lever na uitsluiten secundaire oorzaak. Geassocieerd met voorkomen van metabool syndroom en/of componenten hiervan (zoals DM, hypertensie, dyslipidemie en centrale adipositas). Patiënten hebben vaak meer cardiovasculaire ziekten en zullen vaak ook eerder overlijden aan maligniteiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verloop MASLD

A

Eerst steatose (vetophoping) van lever, dan kan hepatitis ontwikkelen waardoor chronische inflammatie ontstaat, door ontsteking ontstaat fibrosering. Eindstadium daarvan is cirrose (verhoogd risico HCC). Je gaat 1 stadium per 10 jaar vooruit.
Dus gezonde lever-> lipogenese-> steatose-> ontsteking->MASLD-> fibrose-> cirrose->HCC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Diagnose MASLD

A

Kijken naar risicofactoren, leverwaardes en FIB4-score (mate fibrose inschatten).
Diagnose stellen o.b.v.: leverbiopt (goudenstandaard, wel invasief en risico’s), echografie (hyperechogeen patroon) en fibroscan (meting stijfheid en aanwezigheid steatose; hoe sneller geluidsgolf door lever heengaat hoe meer fibrose aanwezig).
Met alle 3 kan onderscheid worden gemaakt tussen MASLD en MASH.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Stadiëring fibrose

A

F1: milde fibrose
F2: significante fibrose
F3: ernstige
F4: cirrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Behandeling MASLD

A

Screening metabool syndroom, dieet en leefstijladviezen. Als cirrose: elk half jaar screenen op HCC. Last resort is levertransplantatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Alcohol en leverschade

A

Eerst steatose (want alcohol zorgt voor verhoogde lipogenese en oxidatieve stress), bij risicofactoren kan je naar volgende fase gaan; alcoholische hepatitis. Dan chronische hepatitis met fibrose en cirrose. Dan verhoogde kans op HCC. Alcohol kan ook darmwand aantasten.

17
Q

Detectie alcoholische leverziekte

A

Gamma GT-, MCV en carbonaathydraatdeficiëntiettransferinnewaarden gaan omhoog bij AFLD. Mogelijk ethanol meten, maar lage sensitiviteit en specificiteit.
Als ASAT/ALAT hoger dan 2x-> past bij alcoholhepatitis, als >3 kans op alcoholische hepatitis

18
Q

Symptomen en behandelen alcoholische leverziekten (AFLD)

A

Alcoholhepatitis: acuut, pijn in lever, geelzucht, verminderde stolling en albumine. Risico infectie, nierinsufficiëntie en overlijden.
Als Maddrey>32-> prednison geven (wel hogere kans op infectie)

19
Q

Geneesmiddelen en leverschade/DILI

A

Onderscheid tussen DILI (drugs induced liver injury) en HILI (herb induced liver injury). Kan bijv. door immunotherapie. Levetransplantatie overwegen als behandeling.
Vaakst oorzaak DILI: diclofenac en amoxicilline. Bij DILI onderscheid maken tussen cholestatische (AG/GGT) en hepatocellulaire (AST/ALT) vorm (er is ook gemengde vorm)

20
Q

Idiosyncratische DILI

A

Meest voorkomend, meerdere factoren spelen rol (immunologisch, genetisch, metabolisme, voeding en leeftijd). Is onvoorspelbare vorm, niet-dosis gerelateerd en moment van optreden is variabel

21
Q

Directe DILI

A

Beperkt aantal middelen veroorzaakt directe hepatotoxiciteit. Voorspelbaar wanneer deze middelen worden gebruikt (dosisgerelateerd; alcohol, paracetamol, medicijnen voor tuberculose en AIDS).

22
Q

Symptomen gastro-intestinale ischemie

A

Pijn 15-30min na eten (ong. 2h) ook moeheid, gewichtsverlies en diarree. Diagnose stellen o.b.v. uitsluiten andere oorzaken.
GI ischemie kan komen door obstructie in vene of arterie, operatie, verhoogd O2 gebruik ergens anders in lichaam en vaatspasme.