Proeftentamen 1 Klinische psychologie 1 en 2 Flashcards
Moeite met het accepteren van de eigen emoties, behoeften en gevoelens. Dat is
het typerende spanningsveld van de:
a neurose
b psychose
c psychopathie
d psychosomatiek
a neurose
Wat is de functie van de fysiologische arousal in de activerende emoties?
a je lichaam voorbereiden op zware arbeid
b een reactie op zware lichamelijke arbeid
c extra suiker naar de spieren voeren
d je overtuigen dat de situatie actie verdient
a je lichaam voorbereiden op zware arbeid
Aan depressie worden enige functies toegekend. Welke hoort daar niet toe?
a verlaging van het arousalniveau
b geforceerde stopzetting van onvoldoende beloonde activiteit
c heroriëntatie op je beperkingen en mogelijkheden
d herstel van het verbroken evenwicht in het gedragssysteem
a verlaging van het arousalniveau
Wat is de rol van emotionele en depressieve reacties in emotionele verwerking?
a ze vormen een rouwfase in de zin van Bowlby
b ze bemoeilijken de cognitieve heroriëntatie
c ze zorgen voor een uitdoving van de gerichtheid op de oude doelen
d ze vormen een rouwtaak in de zin van Van de Wal
c ze zorgen voor een uitdoving van de gerichtheid op de oude doelen
Wat betekent Helwigs begrip “Munchhausen-principe”?
a dat je zelf de energie voor je handelen creëert, juist dóór te handelen
b dat je je aan je haren uit het moeras trekt
c dat je in een deprimerende levenssituatie jezelf moed inspreekt om te handelen
d ander woord voor geleerde hulpeloosheid
a dat je zelf de energie voor je handelen creëert, juist dóór te handelen
Wat hebben onheilsangst en actieve smetangst gemeenschappelijk?
a angst anderen te schaden
b de vergezochte, vaag gespecificeerde manier waarop deze schade wordt toegebracht
c zowel a als b
d niets
c zowel a als b
Welke van de onderstaande verschijnselen is geen angststoornis?
a passieve smetangst voor iets gevaarlijks
b pleinvrees
c existentiële angst
d fobie op basis van aversieve conditionering
c existentiële angst
Wat houdt onterechte angstgeneralisaties volgens het boek in toom?
a het ontbreken van eerdere ongunstige ervaring met situaties van potentiële generalisatie
b een vlak karakter
c eerdere ongunstige ervaring met situaties van potentiële generalisatie
d eerdere neutrale of gunstige ervaring met situaties van potentiële generalisatie
d eerdere neutrale of gunstige ervaring met situaties van potentiële generalisatie
Jan raakt heimelijk vrouwen aan op intieme plaatsen te midden van een mensenmenigte)
Dit gedrag wordt door DSM-IV genoemd:
a fetisjisme
b partialisme
c frotteurisme
d seksuele disfunctie
c frotteurisme
Met welk begrip of welke begrippen valt het ontstaan van een conversiestoornis beter te begrijpen?
a hypnose
b symbolisering
c zelfhypnose
d zelfhypnose en posthypnotische suggestie
d zelfhypnose en posthypnotische suggestie
Welk kenmerk wordt niet typerend geacht voor anorexia nervosa?
a bevrediging vinden in voedselweigering
b miskenning eigen voedselbehoefte
c menstruatiestop gedurende tenminste 3 maanden
d verlangen naar en genoegen in extreme magerte
c menstruatiestop gedurende tenminste 3 maanden
Toen Van Meegen de eindverantwoordelijkheid voor de zaak van zijn vader kreeg, ontwikkelde hij controledwang t.a.v. winkeldeur en kluis. Wat beoogde hij - min of meer onbewust - met dit dwanggedrag?
a het afdwingen van sociale acceptatie
b het voorkomen van maatschappelijke afwijzing
c compensatie van verminderde levensbevrediging
d het uit de weg ruimen van belemmeringen van het functioneren
b het voorkomen van maatschappelijke afwijzing
Waaruit wordt in het boek het persoonlijkheidsverval van de schizofreen verklaard?
a voortijdige dementie
b regressie
c neurologisch of biochemisch defect
d totaal gerichtheidsverlies
d totaal gerichtheidsverlies
Interpreteer (niet: diagnosticeer) het volgende gedrag.
De 40-jarige “jongste bediende”, Jansen, wordt niet erg serieus genomen in de firma, waarin hij aangesteld is. Na verloop van tijd strooit hij het praatje rond, dat de hoogste baas van het moederconcern in Amerika hem speciaal aangezocht heeft om de leiding van de Nederlandse dochter op zich te nemen.
a concretisering van verliesangst
b paranoia
c herattributie van falen
d overcompensatie
d overcompensatie
Compensatoire lichamelijke processen verklaren het verschijnsel:
a wel snakken, maar niet tolerantie
b wel tolerantie, maar niet snakken
c snakken (hunkeren) en tolerantie
d noch tolerantie, noch snakken
c snakken (hunkeren) en tolerantie