Hoofdstuk 8 Flashcards
Welke van de onderstaande gevallen is een voorbeeld van een complex, indirecte ontstaanswijze van angststoornissen, en welke van enkelvoudige, directe ontstaanswijze? 8.1
a. Gekweld door onbestemde puberteitsproblematiek, waar hij voorlopig nog geen vat op zou krijgen, ging Willem zich angstig maken over een mogelijke hartkwaal, al was daar geen enkele aanwijzing voor.
b. Nadat ze op haar 2e door een grote hond was aangevallen en gebeten, had Marijke de rest van haar leven een hondenfobie.
c. Na een ernstig auto-ongeluk durfde Jansen de auto niet meer in. Alleen al bij de gedachte golfde de paniek door hem heen.
d. Nadat haar man die haar steun en toeverlaat gedurende 40 jaar was geweest, was overleden, kreeg de 63-jarige mevr. Bakker paniekaanvallen in alle situaties die ze als onherbergzaam of eenzaam ervoer.
a. 1. direct, 2. complex, 3. direct,4. complex
b. 1. complex, 2. direct, 3. complex, 4. complex
c. 1. complex, 2. direct, 3. complex, 4. direct
d. 1. complex, 2. direct, 3. direct, 4. complex,
d. 1. complex, 2. direct, 3. direct, 4. complex,
Van wat voor soort leren is in het volgende voorbeeld sprake? 8.1
- Nadat de 1/2 - jarige Femke ontdekt had dat haar rammelaar een grappig geluid gaf als ze er mee schudde, schudde ze er steeds vaker mee.
a. klassiekconditioneren
b. operantconditioneren
c. voorbeeldleren
d. instructieleren
b. operant conditioneren
an wat voor soort leren is in het volgende voorbeeld sprake? 8.1
- Nadat Pietje voor de 30e maal had gehoord wat Sinterklaas met stoute jongetjes deed, raakte het kind in paniek telkens als hij met de goedheiligman geconfronteerd werd.
a. klassiekconditioneren
b. operantconditioneren
c. voorbeeldleren
d. instructieleren
d. instructie leren
Van wat voor soort leren is in het volgende voorbeeld sprake? 8.1
- Toen hondje Fikkie een paar maal ervaren had, dat het pakken van een balletje door zijn baas de voorbode was van een leuk apporteer-spelletje, reageerde het beest daar steeds met enorme geestdrift op.
a. klassiekconditioneren
b. operantconditioneren
c. voorbeeldleren
d. instructieleren
a. klassiekconditioneren
Van wat voor soort leren is in het volgende voorbeeld sprake? 8.1
- Toen hondje Fikkie een paar maal ervaren had, dat het pakken van een balletje door zijn baas de voorbode was van een leuk apporteer-spelletje, reageerde het beest daar steeds met enorme geestdrift op.
a. klassiekconditioneren
b. operantconditioneren
c. voorbeeldleren
d. instructieleren
a. klassiekconditioneren
Wijs aan in het voorbeeld : de onconditionele prikkel (UCS) , de conditionele prikkel (CS), de onconditionele respons (UCR) en de geconditioneerde respons(CR)
- 1
- Toen de alcoholistische arbeider tijdens een klus in een huis een fles sherry op een verloren plekje tegenkwam, ontstak hij in geestdrift terwijl het water hem naar de mond liep. Gretig slokte hij het goedje naar binnen.
a. UCS=sherry, CS=fles, UCR=genot bij het opslokken, (ft=geestdrift
+ speekselreflex
b. UCS= fles, CS= sherry, UcR=genot bij het opslokken, fft=geestdrift
+ speekselreflex
c. UCS= sherry, CS= fles, UCR= geestdrift + speekselreflex, CR=
genot bij het opslokken
d. UCS=sherry, CS= geestdrift + speekselreflex, UCR= fles, CR= genot
bij het opslokken
a. UCS=sherry, CS=fles, UCR=genot bij het opslokken, (ft=geestdrift
+ speekselreflex
Welke van de onderstaande geconditioneerde angsten heeft GEEN sterk emotioneel karakter?
- 1
a. In de Hogestraat hadden de jongens hem lelijk te pakken gehad, maar nu had Pietje zijn grote broer bij zich toen hij de Hogestraat opnieuw door moest.
b. In de Bredestraat hadden de jongens hem lelijk te pakken gehad, en nu moest Keesje er weer moederziel alleen doorheen
c. Weliswaar was Jan bij het fietsen door het park door de agent aangehouden en streng toegesproken, maar het was bij een standje gebleven
d. Jaap was bij het fietsen door het park aangehouden door een agent en had toen een hele woensdagmiddag op het bureau strafregels moeten schrijven
a. 1 wel 2. geen 3. wel 4 wel
b. 1. geen 2. wel, 3. geen, 4. wel
c. 1. geen, 2. geen, 3. geen,4. wel
d. 1. geen,2. wel,3. geen,4. geen
b. 1. geen 2. wel, 3. geen, 4. wel
Onderscheid van elkaar: onconditionele angst, geconditioneerde angst en gegeneraliseerde angst.
- 2
a. Gea greep de angst naar de keel, toen ze de gordijnen naast zich in vlammen zag opgaan
b. Telkens als ze de sirene van de brandweerauto hoorde, bekroop Gea de angst weer, ontstaan nadat haar huis in vlammen was opgegaan
c. Als hij de sirene van de BB op de eerste maandagochtend van de maand hoorde, kreeg het oorlogsslachtoffer tegen wil en dank weer een panisch gevoel.
a. 1. geconditioneerd, 2. onconditioneel, 3. gegeneraliseerd
b. 1. onconditioneel, 2. gegeneraliseerd, 3. geconditioneerd
c. 1. onconditioneel, 2. geconditioneerd, 3. gegeneraliseerd
d. 1. gegeneraliseerd, 2. onconditioneel, 3. geconditioneerd
c. 1. onconditioneel, 2. geconditioneerd, 3. gegeneraliseerd
Wie zal eerder onterecht bang worden voor autorijden?
- 2
a. Na 10 jaar autorijden zonder noemenswaardige incidenten, klapte Corrie met haar auto op iemand die zomaar de voorrangsweg opreed.
b. Nauwelijks had ze haar rijexamen gehaald, of Willie klapte met haar auto op iemand die zomaar de voorrangsweg opreed.
a. geen verschil
b. Corrie
c. Willie
d. onvoorspelbaar
c. willie
Bij wie worden de angst-generalisaties en -conditioneringen met meer waarschijnlijkheid gecorrigeerd?
- 2
- Na dat ongeluk ging Willie voorlopig de auto niet meer in. “Eerst bijkomen”, dacht ze.
- Nadat Hein zijn auto in de prak had gereden, kroop hij expres al spoedig weer achter het stuur.
a. geen verschil
b. onvoorspelbaar
c. Willie
d. Hein
d. hein
Wat draagt bij aan de uitdoving van de angst voor situatie X?
- 2
a. afstraffen van het vermijden van X
b. volharding in vermijden van X
c. gunstige ervaringen met situatie S
d. nieuwe, on-afgestrafte ervaringen met X
d. nieuwe, ongestrafte ervaringen met X
Herken de oorzaak van het in stand blijven van deze onterechte geleerde angst:
- 3
- Na zo behandeld te zijn in café de Keizer, liet Kees dit café en soortgelijke kroegen links liggen.
a. geen optimale uitdoving door te hoog angstniveau tijdens de confrontatie
b. te weinig nieuwe confrontaties (volharden in vermijding )
c. ongewoon sterke conditionering (te frequent ervaren )
d. te weinig neutrale of positieve ervaringen vooraf
d. te weinig nieuwe confrontaties (volharden in vermijding)
Herken de oorzaak van het in stand blijven van deze onterechte, geleerde angst:
- 3
- Op sterk aanraden va haar man kroop Nellie na het ongeluk weer snel achter het stuur, maar ze reed verstijfd van angst rond
a. geen optimale uitdoving door te hoog angstniveau tijdens de confrontatie
b. te weinig nieuwe confrontaties (volharden in vermijding )
c. ongewoon sterke conditionering (te frequent ervaren )
d. te weinig neutrale of positieve ervaringen vooraf
a. geen optimale uitdoving door te hoog angstniveau tijdens confrontatie
Herken de oorzaak van het in stand blijven van deze onterechte, geleerde angst:
- 3
- Toen zijn eerste invitatie van een meisje door dit wicht pijnlijk was afgewezen, durfde Frans niet nog eens een poging te wagen
a. geen optimale uitdoving door te hoog angstniveau tijdens de confrontatie
b. te weinig nieuwe confrontaties (volharden in vermijding )
c. ongewoon sterke conditionering (te frequent ervaren )
d. te weinig neutrale of positieve ervaringen vooraf
d. te weinig neutrale of positieve ervaringen vooraf
Herken de oorzaak van het in stand blijven van deze onterechte, geleerde angst:
- 3
- Sabine had zo vaak van haar moeder te horen gekregen dat ze alles slechter deed dan een ander, dat ze met geen stok te bewegen was om de eerste bijeenkomst van de bridgeclub bij te wonen waar ze zich kort geleden met de moed der wanhoop bij had aangesloten.
a. geen optimale uitdoving door te hoog angstniveau tijdens de confrontatie
b. te weinig nieuwe confrontaties (volharden in vermijding )
c. ongewoon sterke conditionering (te frequent ervaren )
d. te weinig neutrale of positieve ervaringen vooraf
c. ongewoon sterke conditionering (te frequent ervaren)