Hoofdstuk 11 Flashcards

1
Q

Wat is een sluitende korte definitie van anorexia nervosa? 11.1

a. langdurige voedselweigering met als gevolg extreme vermagering
b. langdurige voedselweigering met als doel en gevolg extreme vermagering
c. langdurig eetlustverlies met als doel en gevolg extreme vermagering
d. langdurig eetlustverlies met als gevolg extreme vermagering

A

b. langdurige voedselweigering met als doel en gevolg extreme vermagering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt de abnormale houding mbt voedsel NIET in, die Feighner en medewerkers als essentie van anorexia nervosa zien? 11.2

a. ongewone omgang met voedsel, bijv. hamsteren
b. miskenning van de eigen voedselbehoefte
c. een behoorlijk gewichtsverlies
d. verlangen naar en genoegen vinden in extreme magerte
e. bevrediging vinden in voedselweigering en gewichtsverlies

A

c. een behoorlijk gewichtsverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie uit de voorbeelden vertoont primaire AN en wie secundaire? 11.3

a, Betje zet alles opzij om er pondjes af te krijgen, ook al is ze vel over been

b. Anneke ontzegt zichzelf allerhande voedzaams en lekkers, omdat ze in de ban is van de een of andere goeroe met een vergezochte dieetleer. Maar ze ziet er uit als magere Hein

A

Betje : primair

Anneke : secundair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In de puberteit worden aan de jongere in de westerse wereld diverse nieuwe eisen gesteld: meer zelfstandigheid, meer zelfbepaling, meer eigenheid ten toon spreiden, zich engageren met maatschappelijke doelen, verantwoordelijke rollen op zich nemen, de seksuele aanspraken van het eigen lichaam en van de leeftijdgenoten kunnen beantwoorden. Waardoor heeft de potentiële anorexiepatiënt meer problemen met deze eisen dan de gemiddelde puber? 11.2

a. door een gebrekkig en beperkt gedragsrepertoire
b. door een minderwaardigheidscomplex
c. door een zwakke identiteit: uiterst onzeker, onzelfstandig en van zichzelf vervreemd
d. door sociale angst

A

c. door een zwakke identiteit: uiterst onzeker, onzelfstandig en van zichzelf vervreemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voor functie van het vermageringsstreven is herkenbaar in het volgende voorbeeld? 11.3

  • Eindelijk wist Marijke waar ze mee bezig was in het leven en waarom? Mooi slank worden, dat was nog eens wat anders dan dat zwabberen en zoeken wat ze tot nu toe gedaan had.

a. winnen van de machtsstrijd in het gezin
b. onderdrukking vraatzucht
c. doelgericht bezig zijn
d. slankheid als middel tot gewaardeerd worden

A

c. doelgericht bezig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor functie van het vermageringsstreven is herkenbaar in het volgende voorbeeld? 11.3

  • Jarenlang had Margriet afgunstig gekeken naar die mooie slanke mannequins op tv e.d. Kon zij maar zo zijn had ze gedacht, in haar vetrolletjes knijpend. Maar nu was ze zelf zo ver. Beter nog eigenlijk. Op naar de 40 kilo!

a. winnen van de machtsstrijd in het gezin
b. onderdrukking vraatzucht
c. doelgericht bezig zijn
d. slankheid als middel tot gewaardeerd worden

A

d. slankheid als middel tot gewaardeerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat voor functie van het vermageringsstreven is herkenbaar in het volgende voorbeeld? 11.3

  • Lena’s moeder bewoog hemel en aarde om Lena aan het eten te krijgen, maar die lachte in haar vuistje: er was al genoeg over haar gebaasd, het was welletjes.

a. winnen van de machtsstrijd in het gezin
b. onderdrukking vraatzucht
c. doelgericht bezig zijn
d. slankheid als middel tot gewaardeerd worden

A

a. winnen van een machtsstrijd in het gezin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat voor functie van het vermageringsstreven is herkenbaar in het volgende voorbeeld? 11.3

  • Als ze niet uitkeek, zou Mieke zich te barsten vreten. Dan maar helemaal niet eten.

a. winnen van de machtsstrijd in het gezin
b. onderdrukking vraatzucht
c. doelgericht bezig zijn
d. slankheid als middel tot gewaardeerd worden

A

b. onderdrukking vraatzucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat voor functie van het vermageringsstreven is herkenbaar in het volgende voorbeeld? 11.3

  • Thuis scheen Olga weinig goed te kunnen doen. Van haar schoolresultaten was ze altijd onzeker of ze wel goed genoeg waren. In de gesprekken met de klasgenoten had ze nooit een duidelijk standpunt. Maar nu wist Olga precies waar ze aan toe was: haar digitale weegschaal gaf tot de ons nauwkeurig weer hoeveel ze er deze week weer af had gekregen.

a. gewichtsverlies als duidelijk gedragsresultaat
b. de kick van eigen initiatief
c. presteren en triomferen in de strijd tegen de eetlust en de verlokking van lekkernijen
d. de secundaire geslachtskenmerken wegwerken en de seksuele verlangens doden

A

a. gewichtsverlies als duidelijk gedragsresultaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat voor functie van het vermageringsstreven is herkenbaar in het volgende voorbeeld? 11.3

  • Joep was altijd maar een mak schaap geweest en zijn moeder liet hem altijd naar haar pijpen dansen. Op school deed hij wat de onderwijzers en klasgenoten van hem verwachten. Maar nu was hij het lekker die besliste dat het uit moest zijn met dat gevreet en die vette pens, hij bepaalde hoeveel calorieën er per dag inkwamen, en hoeveel kilo hij mocht wegen.

a. gewichtsverlies als duidelijk gedragsresultaat
b. de kick van eigen initiatief
c. presteren en triomferen in de strijd tegen de eetlust en de verlokking van lekkernijen
d. de secundaire geslachtskenmerken wegwerken en de seksuele verlangens doden

A

b. de kick van eigen initiatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat voor functie van het vermageringsstreven is herkenbaar in het volgende voorbeeld? 11.3

  • Vanaf haar 9e had Lea zich al kapot geërgerd aan het snoepen van haar moeder en het pinda’s smikkelen en bier drinken van haar vader. Moest je die 2 vetzakken zien! En maar stouwen, en proberen het haar ook nog op de dringen. Nee, dat zou haar niet gebeuren: zij stond boven de vraatzucht en snoeplust, zij kon er vanaf blijven. Zij was baas over eigen buik (of wat daar nog van over was).

a. gewichtsverlies als duidelijk gedragsresultaat
b. de kick van eigen initiatief
c. presteren en triomferen in de strijd tegen de eetlust en de verlokking van lekkernijen
d. de secundaire geslachtskenmerken wegwerken en de seksuele verlangens doden

A

c. presteren en triomferen in de strijd tegen de eetlust en de verlokking van lekkernijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat voor functie van het vermageringsstreven is herkenbaar in het volgende voorbeeld?

  • Marjan had met argusogen aangezien hoe de knopjes van weleer zich tot een ware boezem begonnen te ontwikkelen. De nu heel andere blikken van de jongens riepen bij haar een gevoel van walging op. De andere meisjes van de klas schenen er anders over te denken; die maakten er zelfs een sport van om óók met de knapste jongens gerotzooid te hebben. Marjan durfde daar amper aan te denken. Ze had er rare dromen van gehad, waarvan ze overstuur wakker was geworden. Maar nu had ze al die rondingen weg weten te werken door fanatiek te vasten. De jongens keken niet meer naar haar, niemand vroeg haar uit, en ze voelde zich een soort steriele asceet. Zó had ze weer gemoedsrust.

a. gewichtsverlies als duidelijk gedragsresultaat
b. de kick van eigen initiatief
c. presteren en triomferen in de strijd tegen de eetlust en de verlokking van lekkernijen
d. de secundaire geslachtskenmerken wegwerken en de seksuele verlangens doden

A

d. de secundaire geslachtskenmerken wegwerken en de seksuele verlangens doden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke ontwikkelingsstoornis, fundamentele repertoiredeficiëntie, vergroot sterk het risico op het ontwikkelen van een anorexia nervosa? 11.4

a. geleerde hulpeloosheid (machteloosheid)
b. zeer onzeker, onzelfstandig en van zichzelf vervreemd
c. faal- en kritiekangst
d. emotionele geremdheid

A

b. zeer onzeker, onzelfstandig en van zichzelf vervreemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de meest kernachtige en algemene typering van de omgangswijze van de ouders (moeder) van de anorexiapatiënte (volgend de theorie uit deze cursus)?

a. persoonontkennend, eigenheidontkennend
b. impliciete of expliciete vergelijking met de zoveel knappere broer, zus ouder, kennis……
c. fysieke en/of psychologische afwezigheid van de vader
d. dominant

A

a. persoonontkennend, eigenheidontkennend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

nterpreteer het onderstaande voorbeeld van anorexia:

  • “De levensresten die nog over waren, verspilde ik met keihard lichamelijk werk. Mijn geest, mijn denkvermogen werd in deze periode zelfs uitgewist. Ik leefde eigenlijk alleen nog maar bewust in de angst voor het eten. Niets kon de verstarring meer doorbreken. In mijn studie werkte ik mij ongelukkig. Toen kreeg ik een vriendje, dat vreemd genoeg een passie voor mij opvatte, maar dit stuitte bij mij af als op een steen. Ik was volkomen gevoelloos…. IK stond op het punt geestelijk af te knappen en ik was inmiddels gezakt tot 32 kg.

a. Het is nu een vorm van leven geworden (desintegratie)
b. Het is een vorm van regressie naar de lagere schoolleeftijd
c. Het is een vorm van pathologisch opgeven, capituleren voor het onmogelijke
d. Het is een middel tot waardering krijgen, tot triomferen of een vergelijkbaar existentieel doel

A

a. Het is nu een vorm van leven geworden (desintegratie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke van de onderstaande gebeurtenissen is (zijn) aanleiding tot AN, en welke zijn echte oorzakelijke factoren?

  1. Een zusje ging lijnen
  2. Puberteitsproblematiek
  3. Iemand zei: “Nou, bij jou mag er ook wel eens wat af!”
  4. Enorme zelfonzekerheid
  5. Een ontkennende bejegening door één ouder of beide ouders
A

aanleiding: 1 en 3
oorzakelijk: 2, 4 en 5

17
Q

Eykman (1981) noemt een aantal belangrijke kenmerken van opname in een psychotherapeutische behandelingskliniek zoals “De Viersprong” in Halsteren in vergelijking met ambulante behandeling (eens in de week een paar uur naar de privépraktijk van een psychotherapeut of naar de RIAGG). Wat behoort NIET tot deze kenmerken?

a. Er wordt een breed spectrum van behandelwijzen aangeboden
b. De behandeling is continu, onontkoombaar
c. De groepsprocessen werken therapeutisch, de therapie is vooral groepsgewijs
d. Het kliniek-milieu werkt als therapeutische omgeving
e. Het gezin wordt uitdrukkelijk betrokken bij de behandeling

A

e. Het gezin wordt uitdrukkelijk betrokken bij de behandeling

18
Q

Deze kenmerken zouden een aantal voordelen qua therapeutische effectiviteit hebben. Welke wordt NIET genoemd?

a. De gezinspathologie wordt doorbroken
b. Dankzij de continu en veelvormige behandeling kan door het pantser van de patiënte heen gebroken worden
c. De groep confronteert de patiënte met haar problematische seksualiteit en contactstoornis
d. De groep heeft een verfrissende desinteresse voor de anorexia, ziet die als louter symptoom van meer wezenlijke problematiek
e. Dankzij de aanwezige psychiaters worden ook psychofarmaca in de strijd ingezet

A

e. Dankzij de aanwezige psychiaters worden ook psychofarmaca in de strijd ingezet

19
Q

Welke ingrediënt van de therapie bij AN is herkenbaar in de volgende ingreep/oefening?

  • Met sondevoeding en/of consequent belonen en straffen het gewicht op een werkbaar niveau brengen
    a. teruggave van het lichaam
    b. doorbreken gezinspatronen
    c. herstel zelfbevestiging, initiatief en eigenheid
    d. herstel lichaamsgewicht
A

d. herstel lichaamsgewicht

20
Q

Welke ingrediënt van de therapie bij AN is herkenbaar in de volgende ingreep/oefening?
- De gezinsleden instrueren geen aandacht meer te besteden aan het abnormale eetpatroon

a. teruggave van het lichaam
b. doorbreken gezinspatronen
c. herstel zelfbevestiging, initiatief en eigenheid
d. herstel lichaamsgewicht

A

b. doorbreken gezinspatronen

21
Q

Welke ingrediënt van de therapie bij AN is herkenbaar in de volgende ingreep/oefening?
- Dansen, boetseren, musiceren, aanraken

a. teruggave van het lichaam
b. doorbreken gezinspatronen
c. herstel zelfbevestiging, initiatief en eigenheid
d. herstel lichaamsgewicht

A

a. teruggave van het lichaam

22
Q

Welke ingrediënt van de therapie bij AN is herkenbaar in de volgende ingreep/oefening?
- De patiënte creatief laten werken en stimuleren tot eigen stellingnamen t.a.v. de alledaagse probleempjes in de kliniek

a. teruggave van het lichaam
b. doorbreken gezinspatronen
c. herstel zelfbevestiging, initiatief en eigenheid
d. herstel lichaamsgewicht

A

c. herstel zelfbevestiging, initiatief en eigenheid

23
Q

Wat heeft boulimia nervosa NIET gemeen met anorexia nervosa?

a. de geringe zelfbeheersing
b. de worsteling met voedsel en gewicht
c. de geobsedeerdheid door voedsel en gewicht
d. ongevoeligheid voor honger- en verzadigingssignalen

A

a. de geringe zelfbeheersing

24
Q

Waarin verschilt boulimia nervosa NIET van anorexia nervosa?

a. opzettelijk laxeren of braken na (veel) eten
b. meer depressiviteit
c. onmatigheid met alcohol, medicijnen en/of drugs
d. een meer kostend voedselverbruik

A

a. opzettelijk laxeren of braken na (veel) eten

25
Q

Waarop kan de roestoestand tijdens een vreetbui duiden?

a. een verslaving
b. regressie naar een primitief ontwikkelingsstadium
c. een dissociatieve stoornis
d. mateloze honger

A

c. een dissociatieve stoornis