Hoofdstuk 4 Flashcards
In welk van de onderstaande 2 gevallen spreek je van een emotioneel probleem? (4.1 en 4.2)
Van der Eiken heeft met lede ogen moeten aanzien hoe zijn zaak opgeheven moest worden, omdat hij de benodigde financiën niet bij elkaar kreeg om deze extra leven in te blazen.
Vermanen piekert met grote bezorgdheid over hoe hij de benodigde financiën bij elkaar kan krijgen om zijn zaak over een dood punt heen te helpen.
In welk van de 2 voorbeelden spreek je van een emotioneel probleem?
a. bij Van der Eiken
b, bij geen van beiden
c. bij beiden
d. bij Vermanen
a. bij Van der Eiken
Wat is de essentiële therapeutische ingreep in rouwtherapie? (4.1 en 4.2)
a. vergeving
b. confrontatie met de realiteit van het verlies (of de achteruitgang in je leven)
c, veel emoties opwekken
d. afscheid nemen
b. confrontatie met de realiteit van het verlies (of de achteruitgang in je leven)
Herken de verwerkingsopgave in de volgende overpeinzing van dezelfde man (4.1 en 4.2):
“Ik had zo graag mijn bedrijf willen voortzetten en uitbouwen. Ik ben dol op tennissen, maar dat is over. Laat ik proberen een uitkering en smartengeld los te krijgen. En laat ik met dat geld gaan reizen, huizen kopen en verkopen”
a. berusting en losmaking aan de ene kant, nieuw engagement aan de andere,
b. drastische heroriëntatie t.a.v. de beperkingen die nu gelden, en de nog resterende mogelijkheden
c. lering trekken uit de gemaakte fouten
d. heroriëntatie t.a.v. de doelen die achterhaald zijn en potentieel nieuwe doelen
d. heroriëntatie t.a.v. de doelen die achterhaald zijn en potentieel nieuwe doelen
Herken de verwerkingsopgave in de volgende overpeinzing van dezelfde
man (4.1 en 4.2):
Een jongeman van 27 liep zenuwstelselbeschadiging op bij een zwaar verkeersongeval, veroorzaakt door een benevelde vriend bij wie hij in de auto zat. Gevolg: moeizaam lopen, niet meer sporten, arbeidsongeschikt, geen spontane erecties meer. De vriend had alleen herstelbare verwondingen.
“Met die vriend wil ik niets meer te maken hebben. Ik ga nooit meer met een benevelde figuur achter het stuur in een auto.”
a. berusting en losmaking aan de ene kant, nieuw engagement aan de andere,
b. drastische heroriëntatie t.a.v. de beperkingen die nu gelden, en de nog resterende mogelijkheden
c. lering trekken uit de gemaakte fouten
d. heroriëntatie t.a.v. de doelen die achterhaald zijn en potentieel nieuwe doelen
c. lering trekken uit de gemaakte fouten
Herken de verwerkingsopgave in de volgende overpeinzing van dezelfde
man (4.1 en 4.2):
Een jongeman van 27 liep zenuwstelselbeschadiging op bij een zwaar verkeersongeval, veroorzaakt door een benevelde vriend bij wie hij in de auto zat. Gevolg: moeizaam lopen, niet meer sporten, arbeidsongeschikt, geen spontane erecties meer. De vriend had alleen herstelbare verwondingen.
* Herken de verwerkingsopgave in de volgende overpeinzing van deze man:
“Ik zal nooit meer goed kunnen lopen. Sporten kan ik vergeten. Mijn schoonmaakbedrijf kan ik niet voortzetten. Ik kan niet meer normaal vrijen, vrouwen zullen zich wel 2 maal bedenken voor ze met me in zee willen. Wel kan ik mijn bedrijf verkopen, ik kan geld beleggen. Ik kan mijn handen nog gebruiken, mijn hersenen zijn goed, met behulp van injecties kan ik toch nog seks bedrijven en kinderen krijgen.”
a. berusting en losmaking aan de ene kant, nieuw engagement aan de andere,
b. drastische heroriëntatie t.a.v. de beperkingen die nu gelden, en de nog resterende mogelijkheden
c. lering trekken uit de gemaakte fouten
d. heroriëntatie t.a.v. de doelen die achterhaald zijn en potentieel nieuwe doelen
b. drastische heroriëntatie t.a.v. de beperkingen die nu gelden, en de nog resterende mogelijkheden
Herken de verwerkingsopgave in de volgende overpeinzing van dezelfde
man (4.1 en 4.2):
Een jongeman van 27 liep zenuwstelselbeschadiging op bij een zwaar verkeersongeval, veroorzaakt door een benevelde vriend bij wie hij in de auto zat. Gevolg: moeizaam lopen, niet meer sporten, arbeidsongeschikt, geen spontane erecties meer. De vriend had alleen herstelbare verwondingen.
a. berusting en losmaking aan de ene kant, nieuw engagement aan de andere,
b. drastische heroriëntatie t.a.v. de beperkingen die nu gelden, en de nog resterende mogelijkheden
c. lering trekken uit de gemaakte fouten
d. heroriëntatie t.a.v. de doelen die achterhaald zijn en potentieel nieuwe doelen
a. berusting en losmaking aan de ene kant, nieuw engagement aan de andere,
Wat is de functie van emotionele en depressieve reacties in emotionele
verwerking? (4.1 en 4.2)
a. die zijn disfunctioneel
b. vermijden van een puur cognitieve verwerking
c. uitdoving van de gerichtheid op de achterhaalde doelen en de verloren bindingen
d. cognitieve heroriëntatie
c. uitdoving van de gerichtheid op de achterhaalde doelen en de verloren bindingen
Hoe is de volgorde van emoties waarlangs de cyclus in emotionele verwerking zigzagt? (4.1 en 4.2)
a. verbijstering - angst - woede - wanhoop - verdriet - depressie - vervlakking
b. verbijstering - woede - wanhoop - angst - verdriet - depressie - vervlakking
c. verbijstering - woede - angst - verdriet - wanhoop - depressie - vervlakking
d. verbijstering - woede - angst - wanhoop - verdriet - depressie - vervlakking
d. verbijstering - woede - angst - wanhoop - verdriet - depressie - vervlakking
Wat is het verschil tussen rouw en emotionele verwerking? (4.1 en 4.1)
a. emotionele verwerking is een algemener begrip, dat rouw omvat
b. rouw is een algemener begrip, dat emotionele verwerking omvat
c. synoniem voor elkaar
d. emotionele verwerking betreft minder ingrijpende gebeurtenissen, rouw ingrijpend verlies
a. emotionele verwerking is een algemener begrip, dat rouw omvat
Wat voor kritiek zou je kunnen hebben op het door sommigen gebezigde
begrip rouwverwerking? (4.t en 4.2)
a. ongewenst begrip, want dubbelop: rouwen is verliesverwerking
b. evenwaardig begrip
c. te prefereren boven het begrip verliesverwerking
d. een op zich juist, maar eigenlijk overbodig begrip
a. ongewenst begrip, want dubbelop: rouwen is verliesverwerking
Waarom is een traumatische ervaring zo ingrijpend voor een mens?
(4.3)
a. omdat ze fundamentele veronderstellingen aantast
b. omdat de betrokkene haar tot een unicum uitroept
c. door de pathogene kern die het trauma bevat
d, omdat de betrokken er gemakkelijk aan gefixeerd raakt
a. omdat ze fundamentele veronderstellingen aantast
Herken de cognitieve strategie voor assimilatie en integratie van trauma’s in het voorbeeld (4.3).
Na de Bijlmerramp dachten veel overlevenden: “Zoiets gebeurt gelukkig hooguit éénmaal in een mensenleven.”
a. oorzaak zoeken, verklaring zoeken.
b. je vergelijken met anderen
c. tot unicum uitroepen
d. beklemtoning eigen controle
e. herschikken eigen waarden
c. tot unicum uitroepen
Herken de cognitieve strategie voor assimilatie en integratie van trauma’s in het volgende voorbeeld (4.3 )
“Na een bezoek aan de ‘zware gevallen- afdeling’ van het tehuis voor verstandelijk gehandicapten dacht de vader van een mongooltje: “Met hen vergeleken is Jantje een genie”
a. oorzaak zoeken, verklaring zoeken.
b. je vergelijken met anderen
c. tot unicum uitroepen
d. beklemtoning eigen controle
e. herschikken eigen waarden
b. je vergelijken met anderen
- Herken de cognitieve strategie voor assimilatie en integratie van trauma’s in het voorbeeld. (4.3)
Na het zware verkeersongeluk hield Jansen zich voor:”Maar goed dat ik zo koelbloedig was om het stuur om te gooien, anders was de ramp helemaal niet te overzien geweest.”
a. oorzaak zoeken, verklaring zoeken.
b. je vergelijken met anderen
c. tot unicum uitroepen
d. beklemtoning eigen controle
e. herschikken eigen waarden
d. beklemtoning eigen controle
- Herken de cognitieve strategie voor assimilatie en integratie van trauma’s in het voorbeeld. (4.3)
“Na de dood van zijn tienjarige dochter trok Smit veel meer tijd uit voor zijn gezin. Hij was geen workaholic meer.”
a. oorzaak zoeken, verklaring zoeken.
b. je vergelijken met anderen
c. tot unicum uitroepen
d. beklemtoning eigen controle
e. herschikken eigen waarden
e. herschikken eigen waarden