PD 8.4: Een kind met een immuundeficiëntie Flashcards

1
Q

wanneer denken we aan een PID?

A
  • > 8 oorontsteking < 1 jaar
  • terugkerende diepe abcessen in huid of organen
  • hardnekkige schimmelinfecties
  • > 2 longontstekingen < 1 jaar
  • groeiachterstand tgv malabsorptie door dysbacteriose of infecties
  • > 2 maanden AB met weinig effect
  • > 2 ernstige infecties (meningitis, sepsis)
  • > 2 ernstige kaakholte en/of neusbijholten ontstekingen < 1 jaar
  • hardnekkige of terugkerende darminfectie
  • in de familie > 1 patiënt met PID
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

je immuunsysteem verandert gedurende je leven.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

je hebt een heel spectrum aan antistofdeficiënties. van niet heel ernstig, naar heel ernstig.

A
  • niet heel ernstig: o.a. selectieve IgA deficiëntie, selectieve IgM deficiëntie, IgG subklasse deficiëntie
  • naar hele ernstige antistofdeficiënties: zoals CVID en class switch recombinatie defects (hyper IgM syndromes) of agammaglobulinemie (XLA, AR)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

PID (primairy antibody deficiencies:

A
  • “vroege” defecten: hierbij heb je geen B-cellen en dus geen productie van antistoffen
  • ‘vroege’ defecten: agammaglobulinemie, afwezige/lage B-cellen
  • “late” defecten: B-cellen werken niet goed
  • ‘late’ defecten: hypogammaglobulinemie of partiële antistof deficiëntie met normale of verhoogde B-cellen, klasse-switch defect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

anamnese PID patiënt:

A

voorgeschiedenis:
- KNO infectie: mn recidiverende otitis en sinusitis
- huidinfecties zoals schimmelinfecties, impetigo, abcessen, andere huidproblematiek zoals eczeem
- pulmonaal: pneumonieën, astma
- abdominaal: onbegrepen diarree, IBD-achtige klachten
- hematologie: petechiën, bloedingen
- operaties/ingrepen
- effect antibiotica
- allergie, autoimmuniteit
- familie anamnese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voorbeeld van een PID: CVID

A
  • recidiverende infecties
  • hypogammaglobulinemie: verlaagd IgG EN verlaagd IgM en/of IgA
    en daarnaast:
    1. leeftijd > 4 jaar
    2. afwezige en/of slechte vaccinatieresponsen (protein polyscchatide) OF verlaagde switched memory B-cellen
    3. andere oorzaken van hypogammaglobulinemie zijn uitgesloten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

symptomen bij diagnose CVID bij kinderen:

A
  • bronchitis (88%)
  • pneumonie (78%)
  • sinusitis (78%)
  • otitis media (69%)
  • schimmelinfecties (47%)
  • maag/darminfecties (34%)
  • huidinfecties (22%)
  • parasitaire infecties (16%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bronchiëctasieën zijn een grote complicatie bij kinderen die terugkerende infecties krijgen doro een immuundeficiëntie.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

lichamelijke gevolgen van PID:

A
  • meer infecties doormaken dan anderen
  • auto-immuun fenomenen
  • allergie
  • lymfoproliferatie, granulomen
  • groeiachterstand
  • vermoeidheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

therapie antistofdeficiënties:

A
  • weinig/geen specifieke medicaties
  • ondersteunende therapie:
  • antibiotica: dagelijks of on demand
  • immunoglobuline suppletie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

immunoglobuline suppletie:

A
  • IgG suppletie (geen IgA of IgM)
  • bloedproduct, gewonnen uit serum van bloeddonoren
  • intraveneuz of subcutaan toe te dienen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

immuunglobuline substitutie toedieningsvormen:

A
  • IVIG (intraveneuze immuunglobulinen)
  • f-SCIG (facilitated subcutane immuunglobulinen)
  • SCIG (subcutane immuunglobulinen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Intraveneuze immuunglobulines (IVIG):

A
  • 1 keer per 3-4 weken
  • 1 infusieplek per keer
  • dagbehandeling, eventueel thuis
  • iets vaker reacties
  • schommelingen in spiegels
  • iv toegang soms moeilijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Subcutane Immuunglobulines (SCIG):

A
  • 1 keer per week
  • na training zelfstandig thuis toedienen
  • vaak meerdere infusieplekken per keer
  • slechts lokale huidreacties
  • meest stabiele spiegels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

f-SCIG bestaat uit 2 componenten:

A
  1. Hyaluronidase (dit versnelt het doordringen van in of op het lichaam gebrachte stoffen of medicijnen
  2. hhumane normale immunoglobulines
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Facilitated- Subcutane Immuunglobulines (f-SCIG):

A
  • 1 keer per 3-4 weken
  • na training zelfstandig thuis toedienen
  • 1 infusieplek per keer
  • slechts lokale huidreacties
  • stabielere spiegels
17
Q

immuunglobulines therapie/suppletie meest voorkomende bijwerkingen:

A
  • IVIG: hoofdpijn
  • f-SCIG: hoofdpijn en lokale huidreactie bij infusieplek
  • SCIG: lokale huidreactie bij infusieplek
18
Q

begeleidende taken van de verpleegkundige tav kind en ouders:

A
  1. shared decision making (samen bepalen welke vorm van behandeling het meest passend is)
  2. betrek kind en ouders bij de behandeling
  3. werk naar zelfstandigheid passend bij de leeftijdsfase
  4. chronische ziekte
  5. transitie naar volwassen zorg