HC 8.6: Immune aging Flashcards
hoe wordt de opbouw van het immuunsysteem genoemd, dus het immuunsysteem op jonge leeftijd?
- opbouw/waxing
hoe wordt de afname van het immuunsysteem genoemd, dus het immuunsysteem op oudere leeftijd?
afname/waning
aantallen B-lymfocyten - leeftijdsafhankelijk:
- je ziet op een jonge leeftijd een enorme toename in het aantal B-lymfocyten
- het aantal B-lymfocyten piekt dan en blijft een tijd stabiel
- en naarmate je ouder wordt neemt de hoeveelheid B-lymfocyten weer af
ontwikkeling van antistofproductie:
- na de geboorte is IgM het eerste antistof wat in concentratie in het serum toeneemt
- de productie van IgG en IgA komt pas later op gang en daarbij zie je dus ook pas later een toename van de concentratie in het serum
- een kind krijgt intra-uterien antistoffen van de moeder, moederlijk IgG
- bij de geboorte is de concentratie van dat moederlijke IgG het hoogst, en dat daalt langzaam na de geboorte in de eerste paar maanden
–> je hebt dus een soort ‘dal’, een punt waarop een kind weinig IgG heeft, omdat het moederlijke IgG aan het afnemen is en het IgG (van het kind zelf) pas na enkele maanden gaat stijgen
–> er is dus een tijdelijke periode waarin het IgG heel laag is in het kind
dat punt waarop de moederlijke IgG antistoffen aan het afnemen zijn en het IgG van het kind zelf nog maar net aan het toenemen is, dan is er dus sprake van een dalspiegel van het seurm IgG.
dat is rond 6 maanden oud.
–> en dat noemen we transiente hypogammaglobulinemie
aantallen T-lymfocyten - leeftijdsafhankelijk:
- de hoeveelheid T-cellen moet ook opbouwen
- de waarden lopen in het begin van het leven snel op
- die waarden/hoeveelheden blijven een periode relatief stabiel
- en daarna nemen de aantallen/hoeveelheden weer wat af
aantallen CD4/CD8 T-lymfocyten - leeftijdsafhankelijk:
- met name de CD4 T-lymfocyten hebben een flinke toename in het begin van het leven
- de toename van CD8 T-lymfocyten is wat minder sterk
- de waarden/hoeveelheden van CD8 T-lymfocyten blijft relatief stabiel gedurende het leven
T-cellen moeten door differentiëren. als ze net uit de thymus komen en nog geen antigenen hebben gezien, dan zijn ze naïef.
als de T-cellen antigeen tegenkomen en door differentiëren worden ze geheugencellen.
met de leeftijd zie je dat de hoeveelheid naïeve T-cellen afneemt.
terwijl de hoeveelheid geheugencellen juist toeneemt.
waarom is het effect van chronische HIV infectie variërend tussen jonge mensen en oude mensen?
–> het immuunsysteem van kinderen is kwalitatief en kwantitatief verschillend van dat van volwassenen
! verschillend staat niet gelijk aan slechter !
(de neonatale immuun respons is vaak minder, maar soms sterker)
immuunrespons op zeer jonge leeftijd: (ZIE OOK PLAATJE IN WORD)
- je ziet dat de respons tegen intracellulaire pathogenen (zoals virussen) minder is dan bij volwassenen
- maar op het gebied van de respons tegen extracellulaire pathogenen, is de respons wel sterk en ook sterker dan bij een volwassene
–> je ziet dus dat niet op alle niveaus het immuunsysteem niet goed werkt, maar dat er verschillen zijn.
het immuunsysteem van een zeer jong kind is dus niet per se zwakker op alle fronten, maar het functioneert anders dan dat van volwassenen - wat je ook heel duidelijk ziet is dat de regulatoire T-cellen een belangrijke rol spelen en prominent aanwezig zijn
- regulatoire T-cellen hebben als functie om de immuunrespons een beetje te temmen en te onderdrukken, en dat verklaart dan ook waarom de immuunrespons tegen intracellulaire pathogenen minder goed werkt
die regulatoire immuuncellen zijn prominent aanwezig in de neonaat.
en je ziet eigenlijk ook dat die status van het immuunsysteem bij een pasgeborene is terug te voeren op het feit dat een kind tijdens de zwangerschap een niet al te sterk/actief immuunsysteem moet hebben, omdat dat zich potentieel zou kunnen gaan richten tegen de moeder.
–> dus het hele systeem op die hele vroege leeftijd is een soort overblijfsel van de fase van de zwangerschap. en dat systeem gaat langzaam een shift doormaken, van een T-helper-2 profiel naar een T-helper-1 profiel. dus van een sterke respons tegen extracellulaire pathogenen en een minder goede respons tegen intracellulaire pathogenen –> naar een situatie waarbij er een goede respons is tegen zowel intracellulaire als extracellulaire pathogenen
hoe meer een kind gaat groeien, hoe meer het Th-1 profiel zich gaat ontwikkelen.
wat zijn factoren waardoor een HIV infectie op jonge leeftijd, dus bijvoorbeeld tijdens geboorte, ernstiger verlopen dan bij een volwassene?
- door die prominente rol van regulatoire T-cellen in het jonge kind, is er demping/onderdrukking van het immuunsysteem en ook verhoogde productie van interleukine-10, wat anti-inflammatoir werkt
- daarnaast minder productie van interferonen, die juist heel belangrijk zijn voor een ontstekingsreactie
- de CD8 T-cellen geven een beperkte respons met een beperkte specificiteit, waardoor virussen aan het immuunsysteem kunnen ‘ontsnappen’
wat voor HIV geldt, over die verschillen tussen kinderen en volwassenen, gelden ook voor infecties zoals HBV en CMV.
- je ziet bij al deze virusinfecties dat het verloop van de infectie, de virus load, heel anders is tussen jonge mensen en volwassenen
- de virale load blijft veel langer aanwezig in kinderen en ook veel minder makkelijk geklaard wordt dan bij volwassenen
–> en dat is terug te voeren op al die dingen die eerder in dit college zijn besproken
samenvatting ‘waxing immuunsysteem’: (dus de opbouw)
- leeftijdsafhankelijke toename van aantallen B/T lymfocyten
- verschuiving binnen T-cel subsets (idem binnen B celsubsets)
- antistofproductie in serum pas na enige jaren op niveau van een volwassene
- dalspiegel IgG op ca. 6 maanden (transiënte hypogammaglobulinemie)
- jonge leeftijd: immuuntolerantie staat vanuit zwangerschap (hoog Treg en IL-10 en vooral een Th2 profiel)
- afweer op jonge leeftijd:
- extracellulaire pathogenen (Th2, Th17): OK
- intracellulaire pathogenen (Th1): niet optimaal
ouderdom:
- tijdens ouderdom merk je dat het op alle niveaus minder soepel gaat, spieren en botten bijv.
- maar ook het immuunsysteem speelt een rol tijdens het ouder worden
- die cellen van het immuunsysteem hebben al langdurig in het lichaam gezeten, dus verliezen op een gegeven moment hun capaciteit om bijv. te kunnen delen of om uberhaupt te overleven
- dus (een deel van) die cellen raken we dus op een gegeven moment kwijt
we zagen tijdens de corona pandemie dat ouderen het minst profijt hadden van een COVID-19 vaccin. dit is iets wat we ook al eerder zagen bij de griepprik.
je moet je altijd bedenken dat we een ‘oud’ persoon niet kunnen diefiniëren door simpelweg te kijken naar de leeftijd. als we namelijk kijken naar het immuunsysteem en de immunologische leeftijd, kan een 85 jarige nog een even goed immuunsysteem hebben als een 60 jarige. terwijl een andere 85 jarige misschien een veel zwakker immuunsysteem heeft.
–> er zit dus een groot verschil tussen alle mensen, tussen de biologische leeftijd en de immunologische leeftijd
leeftijd is dus niet bepalend voor hoe goed het immuunsysteem is van een persoon. het gaat er om wat dat immuunsysteem heeft meegemaakt tijdens het leven van een persoon. en wat heeft er toe geleid dat het immuunsysteem als het ware is ‘uitgeput’?
hoe noemen we mensen die heel oud kunnen worden en in alle opzichten (mentaal, fysiek en immunologisch) sterk blijven?
centenarians
het gaat dus niet zo zeer om de leeftijd, maar het gaat om de balans van het immuunsysteem. het gaat om de balans tussen de pro-inflammatoire (IL-1 en TNF) en anti-inflammatoire (TGF-bèta en IL-10) cytokinen. en dus om de balans tussen pro- en anti-inflammatoire processen.
–> die balans bepaalt dus hoe het immuunsysteem zich ontwikkelt
definitie immune aging:
aanpassing/remodeling van het immuunsysteem door blootstelling aan interne/externe agentia, gedurende tientallen jaren
immune senescence:
geleidelijke aftakeling van het immuunsysteem, met schadelijke gevolgen voor de afweer.
- hoe ontstaat dit?
- continue antigene druk (cellen worden continu opgejaagd)
- dat leidt tot allerlei ontstekingsprocessen, waarbij de productie van pro-inflammatoire cytokinen omhoog gaat
- daardoor heb je dus een soort ‘laaggradige / low grade’ ontstekingssituatie. dus een soort chronische ontsteking
- en dat kan leiden tot schade, zoals atherosclerose, Alzheimer of T2 diabetes)
inflammaging:
samentrekking van inflammation en aging