HC 7.4: Koorts en het jonge kind Flashcards

1
Q

waarom zijn kinderen anders?

A
  • kind komt met probleem en niet met diagnose (kinderen kunnen ook niet altijd duidelijk maken waar ze last van hebben of waar ze pijn hebben)
  • kinderen hebben andere normaal waarden
  • bij start aspecifieke presentatie afhankelijk van de leeftijd
  • beoordeling is moment opname (je weet dus niet op het moment dat iemand op de SEH aankomt, waar in het ziektebeloop iemand zit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

we onderscheiden 2 soorten koorts:

A

Acute koorts
- 0-1 maand (zijn de neonaten, die echt een andere afweer hebben dan oudere kinderen)
- 1-3 maanden (een beetje een overgangsperiode)
- > 3 maanden (spreken we van een eigenlijk gewoon gezond kind)
–> we delen het dus in naar leeftijdscategorie en dat heeft te maken met de afweer en de meest voorkomende infecties
Langdurige koorts
- koorts die langer dan 3 weken bestaat
- hierbij heb je een andere en bredere differentiaal diagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kinderen met infecties. dan hebben we het over bacteriële infecties en virale infecties. en dan hebben we het nu met name over de ernstige infecties bij kinderen.

A

ernstige bacteriële infecties bij kinderen
- Pneumonie (kan ook samenhangen met een infectie met influenza) (gedurende de afgelopen griep ‘epidemie’ waren er veel kinderen die een ernstige pneumonie kregen bij een influenza infectie)
- Pyelonefritis
- Sepsis
- Meningitis
ernstige virale infecties bij kinderen
- Influenza
- Gastro-enteritis (en dan met name door het risico op ernstige dehydratie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kinderen blijven heel lang vitaal goed, tot ze over het randje gaan en dan kom je in een reanimatie setting terecht.
dus als je het in die window, voordat ze over het randje gaan, niet herkent dan kan dat ernstige gevolgen hebben.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Triage:

A
  • prioriteiten obv klachten/symptomen
  • verinderen mirbiditeit en mortailiteit door vertraging
  • omgaan met crowding
  • dus je mankrachten zo effeciënt mogelijk inzetten
  • afhankelijk van de triage wordt besloten in wat voor tijdsbestek iemand gezien moet worden door een arts
  • je wil de juiste mankrachten op het juiste moment inzetten om vertraging te voorkomen en daarmee dus morbiditeit en mortaliteit te verminderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

MTS is een triage systeem dat als enige gevalideerd is voor kinderen.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vital signs bij kinderen:

A
  • dit is anders dan bij volwassenen
  • koorts verhoogt je hartfrequentie
  • het verhoogt je hartslag met ongeveer 10 slagen per minuut voor iedere graad die je koorts hebt
  • zo kun je dus bij kinderen de pols meten en dat corrigeren voor koorts, om te kijken wat voor hartslag er dan over blijft
  • je kijkt dan of na de correctie een kind binnen de normaalwaarden valt, of dat een kind dan alsnog een afwijkende pols heeft
    –> bij kinderen is de bloeddruk lastig te meten. het is afhankelijk van welke maat band je gebruikt. als je een te kleine band gebruikt, zal de bleoddrukmeter een hogere bloeddruk aangeven dan hij in werkelijkheid is
    je moet dus een band hebben die goed bij het kind past.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

normaal waarden vital signs:

A

< 1 jaar
- AF: 30-40, HF: 110-160, Systolische RR: 70-90
1-2 jaar
- AF: 25-35, HF: 100-150, Systolische RR: 80-95
2-5 jaar
- AF: 25-30, HF: 95-140, Systolische RR: 80-100
5-12 jaar
- AF: 20-25, HF: 80-120, Systolische RR: 90-110
> 12 jaar
- AF: 15-20, HF: 60-100, Systolische RR: 100-120
–> maar hierbij weet je niet wat de referentie is van het kind. misschien heeft dat kind normaal wel een HF die aan de hoge kant is, waardoor dit dus voor dat kind eigenlijk normaal is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

dus bij HF bij koorts: 10 omhoog per graad koorts
en bij AF bij koorts: 2-5 omhoog per graad koorts

A

en zo kan je dus mooi corrigeren voor koorts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

alarmsymptomen:

A
  • volgens de richtlijn voor kinderartsen: CRP een belangrijke maatstaf
  • uit literatuur onderzoek, red flags:
    • cyanose
    • snelle ademhaling
    • slechte perifere circulatie
    • petechiën
  • maar dit zijn eigenlijk symptomen die passen bij een laat stadium van ziekte. dus eigenlijk ben je dan al die window waarin je een patiënt wil ‘vangen’ al voorbij
  • maar uit die studie bleek ook dat ongerustheid bij ouders of een niet-pluis gevoel bij artsen ook een belangrijke pijler zijn.
  • ouder zeggen dan vaak: hij is echt anders ziek dan normaal. en als ouders dit zeggen, dan is er bijna altijd iets aan de hand.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

dus na triage en lichamelijk onderzoek bij een kind met koorts, ga je diagnostiek/aanvullend onderzoek inzetten. je hebt daarbij verschillende mogelijkheden:

A
  • bloed onderzoek
  • urine nakijken
  • kweken
  • thoraxfoto (wordt in de spoed/acute situatie steeds meer vervangen door een speciaal soort echo)
  • je hebt ook markers die je kan meten, het CRP en PCT
  • CRP wordt veel gebruikt, maar de CRP in het bloed begint pas na ongeveer 12 uur na infectie te stijgen en dus heb je daar in je besluitvorming eigenlijk niks aan. tegen de tijd dat die CRP waarde omhoog gaat, heb je waarschijnlijk al uit voorzorg antibiotica gegeven
  • het CRP gebruiken we dus vooral voor het vervolg (daalt het CRP na de behandeling, zijn we goed bezig?)
  • het PCT stijgt een stuk sneller dan het CRP, vaak al na 2-6 uur stijgt dit flink
  • PCT gebruiken we bij kinderen die nog maar net koorts hebben en waarbij het belangrijk is om onderscheid te maken tussen een bacterie en een virus
  • nadeel is dat PCT 4 keer zo duur is als CRP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

soort samenvatting van wat je doet als een kind met koorts op de SEH komt:

A
  • anamnese/triage
  • lichamelijk onderzoek/vital signs meten
  • aanvullend onderzoek/diagnostiek
  • dan conclusie? diagnose?
    • interpretatie
    • zorgen ouders
    • co-morbiditeit
    • risico complicaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

safety netting:
er is een groep waarvan je eigenlijk net niks kan maken op de SEH en die je dus toch naar huis wil sturen, maar waarvan je niet helemaal zeker bent wat het nou is. we zijn niet 100% goed in aantonen en ook niet in 100% uitsluiten.
daarvoor gebruiken we safety netting bij ontslag:

A

en dat is gebasseerd op deze 3 vragen:
- als ik de diagnose juist heb wat verwacht ik dat er gebeurt/wat het klinische beloop zal zijn?
- hoe weet ik dat ik het onjuist heb/ hoe weet ik dat het anders loopt?
- wat moet ik dan doen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wanneer kan je dat safety netting gebruiken?

A

Indicatie
- diagnose is onzeker, ernstige infectie in differentiaal diagnose
- wanneer een aandoening risico heeft op complicaties
- patiënt heeft vanwege comorbiditeit een verhoogd risico op complicaties (bijv. bij een kind met een afweer stoornis, waarbij je wil uitleggen wanneer het kind terug moet komen)
Adviezen aan ouders
- uitleg over onzekerheid diagnose
- alarmsymptomen
- te verwachten tijdsbeloop (wat verwacht ik? ik verwacht dat het kind dan en dan beter wordt, maar het mag zeker niet slechter gaan)
- hoe en wanneer hulp te zoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kinderen die benauwd zijn, zitten rechtop en een beetje voorover.
leg kinderen die al langere tijd benauwd zijn en aan het uitputten zijn, nooit neer, want dan kan je het laatste stukje reserve capaciteit wegnemen en dan kom je in een reanimatie setting.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

boven de clavicula en een stridor, dan zien we het vaakst bij anafylaxie of een corpus alienum, maar ook bij infecties, zoals laryngitis subglottica:

A
  • is vaak een para-influenza virus
  • viraal
  • verkouden, blafhoest, hees, lichte koorts, licht/matig ziek
  • deze kinderen kunnen heel benauwd zijn, maar met een behandeling van vernevelen met adrenaline en wat dexamethason en soms wat zuurstof komen kinderen er al snel overheen
17
Q

epiglottitis:

A
  • bacterieel
  • zien we niet vaak, maar door dalende vaccinatie graad gaan we het mogelijk weer vaker zien
  • kwijlen, zachte stem, septisch ziek
  • die moeten zo snel mogelijk naar de OK voor een tube
18
Q

bij wat oudere kinderen kan beenpijn aan de achterkant van de benen wijzen op meningeale prikkeling.