HC 10.1: Een patiënt met gewrichtsklachten Flashcards

1
Q

leerdoelen:

A
  • de verschillend tussen inflammatoire en niet-inflammatoire gewrichtsklachten benoemen
  • de verschillen tissen articulaire en periarticulaire gewrichtsklachten benoemen
  • een differentiaal diagnose opstellen van artritis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gewrichtsklachten bij de huisarts:

A
  • per jaar ongeveer 400 patiëntn met klachten van het bewegingsapparaat, artritis slechts bij ongeveer 8 patiënten
  • overige patiënten: trauma, overbelasting, artrose, fibromyalgie/chronisch pijnsyndroom
  • indien wel artritis: niet alles is RA (reumatoïde artritis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

verschillende artritis vormen:

A
  • reumatoïde artritis
  • bacteriële artritis
  • jicht, pseudojicht
  • (post)virale artritis, reactieve artritis
  • systeemziekten
  • tuberculose
  • spondylatropathieën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de anamnetische kenmerken van inflammatoire gewrichtspijn?

A
  • ochtend stijfheid (> 60 minuten)
  • beter bij bewegen
  • nachtelijke pijn
  • zwelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

anamnese + onderzoek bij inflammatoire gewrichtspijn:

A
  • ochtend/avond
  • beweging
  • belasten
  • ochtendstijfheid
  • temperatuur
  • gewichtsverlies
    –>
  • zwelling gewrichtskapsel
  • benigne verdikking
  • passief/actief beperkte beweging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kenmerken inflammatoir vs niet-inflammatoir:

A

INFLAMMATOIR
- pijn: ochtend
- bewegingsbeperking/wanneer is de pijn: actief en passief pijn (dus zowel bij inspanning als bij geen inspanning)
- zwelling: aanwezig
- rood: soms (acute artritis)
- Ochtend Stijfheid (OS): langer dan 1 uur
NIET INFLAMMATOIR:
- pijn: avond, bij belasten
- bewegingsbeperking/wanneer is de pijn: alleen bij actief
- zwelling: benig
- rood: nee
- OS: korter dan 45 minuten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

isometrisch testen:

A

hiermee test je niet op pure gewrichtsklachten, maar test je meer of er problemen zitten die in de buurt van het gewricht zitten
–> deze testen zijn dus belangrijk om onderscheid te maken tussen een probleem van het gewricht of een probleem van de omliggende structuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

articulair (dus echt een probleem van de gewrichten):

A
  • zwelling/pijn beperkt tot het gebied van het gewrichtskapsel
  • bewegingen in alle richtingen beperkt
  • actief en passief pijnlijk
  • pijnlijk, met name in volledige strekstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

peri-articulair:

A
  • vaak groter gebied waarover de pijn wordt aangegeven, meer in het verloop van een pees, bursa of spier
  • vaak alleen pijn in een bepaalde bewegingsrichting
  • actief maar niet passief (met passief wordt bedoeld dat wanneer de arts de arm/been beweegt en dus niet de patiënt zelf)
  • isometrisch testen
  • bij bursitis meeste pijn in buigstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wanneer noemen we een gewrichtsklacht chronisch?

A

langer dan 6 weken bestaande klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

acute artritis:

A
  • binnen 6 weken
  • meestal makkelijk herkenbaar: rood, warm en gezwollen gewricht (bv jicht, pseudo-jicht, septisch, haemarthros)
    –> diagnose dmv gewrichtspunctaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

chronische artritis:

A
  • langer dan 6 weken
  • zelden rood of extreem warm
    –> diagnose obv symptomencomplex, laboratoriumgegevens, röntgen en beloop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

mono-articulair:

A

1 gewricht aangedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

oligo-articulair:

A

2-5 gewrichten aangedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

poly-articulair:

A

> 5 gewrichten aangedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

een acuut ontstane mono-artitis, wat is dan de DD?

A
  • septisch (meestal knie)
  • jicht (MTP1, enkel, tenen)
  • pseudo-jicht
17
Q

iemand met oligo-artitis, wat is dan je DD?

A
  • SpA (assymetrisch, DIP, PIP, knie, voet en rug, extra articulair manifestaties)
  • SLE (PIP, knie, extra articulaire manifestaties, symmetrisch, non erosief)
  • Gonococcen (enkel, knie)
  • pseudojicht (knie, pols, enkel, vinger)
  • sarcoïdose (enkel, knie, symmetrisch)
  • PMR (knie, pols, assymetrisch)
18
Q

iemand heeft polyartritis, wat staat er in de DD?

A
  • Reumatoïde Artritis (symmetrisch, PIP, MCP, Pols, MTP)
  • viraal (PIP, MCP, knie, enkel)
  • OA (artrose) (DIP, PIP, CMC1, knie, heup, MTP, rug)
19
Q

poly-articulair: acuut vs chronisch

A

acuut
- viraal
- reactieve artritis
chronisch
- RA
- bij psoriasis
- bij darmziekten
- systeemziekten

20
Q

mono of oligo articulair: acuut vs chronisch

A

acuut
- septische artritis
- jicht
- pseudojicht
- palindroom reuma
- reactieve artritis
- overig
chronisch
- Tbc artritis
- bij psoriasis
- sp. artropathie
- pseudojicht

21
Q

beloop en andere klachten:

A
  • leeftijd, geslacht, ras
  • familieanamnese
  • voorafgaand: infectie? SOA? tekenbeet?
22
Q

laboratorium diagnostiek bij artritis:

A
  • BSE, CRP
  • anemie, trombocytose
  • IgM-RF
  • ANF
  • anti-CCP
23
Q

röntgenonderzoek bij artritis:

A
  • peri-articulaire ontkalking (RA)
  • gewrichtsspleetversmalling (RA, OA)
  • erosies (RA)
  • sclerose (OA)
  • osteofytvorming (OA)
  • ossale jichttophi (jicht)
24
Q

samenvattend:

A
  • inflammatoire gewrichtsklachten onderscheiden zich door ochtendstijfheid, verbetering bij bewegen en nachtpijn
  • artritis leidt alleen in acute gevallen tot roodheid van het gewricht
  • aantal, locatie en beloop zijn belangrijk voor de DD