PD 8.1: Multipel myeloom, koorts en hoesten Flashcards

1
Q

leerdoelen:

A
  • de student moet kunnen uitleggen welk deel van de afweer betrokken is bij een pneumokokkeninfectie
  • de student moet kunnne benomen welke ziekten predisponeren voor het krijgen van een pneumokokken infectie
  • de student moet kunnen uitleggen hoe de diagnose van een pneumokokken infectie wordt gesteld
  • de student moet kunnen beschrijven hoe een pneumokokken infectie wordt behandeld en kan worden voorkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hematopoiese en plasmacel ontwikkeling:

A
  • hematopoiese: uit lymfoïde stam cellen, ontstaan lymfoblasten. uit die lymfoblasten ontstaan B-lymfocyten, T-lymfocyten en NK cellen. uit de B-lymfocyten kunnen uiteindelijk plasma cellen ontstaan
  • plasmacel ontwikkeling: vanuit hematopoietische stamcel, kan je normale uitrijping krijgen naar een normale plasmacel. maar je kan ook ontwikkeling krijgen van een multipel myeloom, die abnormale antistoffen gaat produceren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is multipel myeloom?

A
  • maligne woekering van plasmacellen
  • plasmacellen: bestrijden van infectieziekten –> productie van verschillende afweerstoffen/antistoffen
  • je ziet bij iemand met een multipel myeloom, abnormale monoclonale plasmacellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

presentatie van een patiënt met multipel myeloom:

A
  • pijn in skelet; rugpijn (door afbraak van bot t.g.v. tumor)
  • kromme rug (door wervelinzakking)
  • anemie (door beenmergverdringing)
  • infecties; pneumonie, Zoster (door immuundeficiëntie (IgG))
  • nierinsufficiëntie (door cast nefropathie)
  • dorst (door hypercalciëmie)
  • moeheid (door ziekte, anemie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gemiddelde leeftijd waarop iemand MM krijgt:

A

65-70 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

diagnostiek van MM:

A
  • laboratorium onderzoek: bloedbeeld (Hb), eiwitspectrum (M-component IgG kappa), nierfunctie, calcium, albumine
  • afbeeldend onderzoek: CT-skelet
  • beenmergonderzoek: morfologie, immunofenotypering, FISH/karyotypering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

diagnostisch beeld van een patiënt met MM:

A

Laboratorium onderzoek:
- Bloedbeeld (Hb 6.9 mmol/L), Eiwitspectrum (M-component IgG kappa 43 g/L)
- Nierfunctie (kreat 80 umol/L); Calcium (2,0 mmol/L), Albumine (35 g/L)
Afbeeldend onderzoek:
- CT-skelet: Multipele lytische laesies met weke delen component en verhoogde
activiteitsstapeling in ribben, scapula, wervelcorpus en mogelijk os ilium rechts
met meerdere ribfracturen.
Beenmergonderzoek:
- Morfologie: 30% plasmacellen, monotypisch kappa
- Immunofenotypering: monoklonaal kappa
- FISH/karyotypering: +9 in 58%, +11 in 39% en +11,+11 in 47% van de interfase
kernen, geen verlies P53/17p13, 13q14, 1p32 of winst van 1q21, geen t(14q32)/IGH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe ontstaat botlesies bij MM?

A

de myeloom plasmacel:
- ZET de osteoclast AAN, die het bot afbreekt
- ZET de osteoblast UIT, die het bot niet meer aan kan maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

doel van de behandleing van MM:

A

zo diep mogelijke respons bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

behandeling bij een nieuw MM en leeftijd < 70 jaar:

A
  • inductie: 4 keer daratumomab-VRD
  • HD (Hoge Dosis)- melfalan + autologe SCT
  • (consolidatie): 2 keer VRD
  • onderhoud: lenalidomide
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bij recidief MM, behandeling:

A
  • verschillende opties, waaronder CART cellen en bispecifieke antilichaamtherapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

infecties veroorzaakt door S. pneumoniae = pneumokokken:

A
  • acute sinusitis
  • otitis media
  • tracheobronchitis
  • pneumonie
  • pleura-empyeem
  • primaire bacteriemie
  • meningitis/hersen abces
  • osteomyelitis
  • septische artritis
  • cellulitis
  • peritonitis
  • endocarditis/pericarditis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

invasieve pneumokokken ziekte (IPD):
Invasieve pneumokokkenziekte (IPD) verwijst naar ernstige infecties veroorzaakt door de bacterie Streptococcus pneumoniae (pneumokokken) die doordringen in normaal steriele lichaamsdelen, zoals het bloed of het centraal zenuwstelsel

A
  • pleura-empyeem
  • primaire bacteriemie
  • meningitis/hersen abces
  • osteomyelitis
  • septische artritis
  • cellulitis
  • peritonitis
  • endocarditis/pericarditis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

pneumokokken zijn bacteriën met kapsel. ze zijn staafvormig, maar ook een soort 8 vorm.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de beste opsonisatie:

A
  • als er geen opsonine bindt, dan is er sprake van een zwakke opsonisatie
  • als er een antistof bindt als opsonine, gaat de opsonisatie redelijk goed (+)
  • als complement factor C3b bindt als opsonine, dan is de opsonisatie goed (++)
  • als zowel een antistof als complement factor C3b bindt, is de opsonisatie heel goed (++++)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de milt is ook belangrijk, wat is de functie van de milt?

A
  • zeef functie
  • aanmaak IgG
17
Q

hoe kan een tekort aan IgG ontstaan/waar wordt het door veroorzaakt?

A
  • als iemand een tekort heeft aan IgG, noemen we dat een hypogammaglobulinemie
    dit kan komen door:
  • common variable immunodeficiency (CVID)
  • selectieve IgG subklasse deficiëntie
  • MULTIPEL MYELOOM
  • chronische lymfoblasten leukemie
  • non-Hodgkin lymfoom
18
Q

hoe kan een tekort aan complement ontstaan?

A

te weinig aanmaak:
- aangeboren: heel zeldzaam
- verworven: heel zeldzaam
teveel verbruik: minder zeldzaam
- hele ernstige infecties
- auto-immuunziektes

19
Q

wat voor problemen aan de milt kunnen voorkomen?

A
  • geen milt: aangeboren of na splenectomie
  • geen goed fucntionerende milt: ‘functioneel aspleen” bijv bij sikkelcelanemie
20
Q

risicofactoren voor pneumokokken infecties:

A

HYPOGAMMAGLOBULINEMIE:
- CVID
- selectieve IgG subklasse
- MM
- chronische lymfoblasten leukemie
- non-Hodgkin lymfoom
COMPLEMENTDEFICIËNTIE
SPLENECTOMIE:
- functionele hyposplenie
- sikkelcelziekte
ALGEMENE RISICOFACTOREN:
- HIV-infectie
- corticosteroïden
- systeemziekten (DM, levercirrose, nierinsufficiëntie)
- alcoholisme, drugsgebruikers
- ondervoeding
- decompensatio cordis
- chronische respiratoire aandoeningen
- influenza
- roken
- ouderdom

21
Q

diagnostiek bij verdenking pneumokokken pneumonie:

A
  1. sputum
    - gram preparaat: gram positieve diplokken
    - kweek met groei pneumokokken
  2. bloedkweek
  3. urineantigeen test
22
Q

behandeling van pneumokokken infecties:

A

penicilline
in Nl is er weinig resistentie van pneumokokken tegen penicilline, maar de resistentie neemt wel toe

23
Q

preventie van pneumokokken infecties:

A
  1. profylaxe penicilline/amoxicilline
  2. antibiotica ‘op zak’, amoxicilline/clarithromycine (slikken bij koorts)
  3. pneumokokken vaccinatie (polyscaccharide of conjugaat vaccin)
  4. immunoglobulines (ivig) toedienen
24
Q

samenvatting:

A
  • MM is een plasmacelbeenmergziekte met M-proteïne en beperkte immuniteit
  • overleving mediaan 60 maanden, afhankelijk van cytogenetische afweer, B2 microglobuline en albumine
  • nieuwe middelen zijn zeer effectief
    bij een ernstige pneumokokken infectie:
  • bedenk of er een stoornis is in IgG, complement, milt, (HIV)
    –> zoja, denk na hoe deze infectie voorkomen kan worden
25
Q

Verdiepingsvraag: een andere risicofactor voor krijgen pneumokokkeninfectie is
gebruik van monoklonale antilichamen, zoals rituximab.

A

Hoe werkt dat:
- Rituximab is anti-B-cel. Geen antistoffen. Duurt lang voordat antistoffen weer normaal zijn na behandeling.
- Heeft het zin om een patiënt in het jaar na gebruik van rituximab te vaccineren: heeft een jaar lang geen zin om te vaccineren, omdat er geen goede respons kan komen.
- Hoe kan een patiënt met chronisch gebruik rituximab en recidiverende pneumokokkeninfecties beschermd worden anders dan antibiotica: intraveneuze immunoglobulines.