merlot Flashcards
1
Q
kenmerken druif merlot
A
- gemiddeld zuurgehalte
- gemiddelde tannine
2
Q
opties bij het wijnmaken
A
- lichte tot volle body
- eenvoudig of complex
- houtrijping is mogelijk
- monocepage is doorgaans droog
- monocepage of blend (vaak met cabernet sauvignon)
3
Q
klimaat
A
- gematigd
- warm
4
Q
rijping merlot
A
- gedroogd fruit
- tabak
5
Q
belangrijke gebiden voor merlot
A
- bordeaux frankrijk
- languedoc-roussilon, frankrijk
- napa valley en sonoma, vs
- central valley, chili
- margaret river, australie
6
Q
bordeaux, merlot
A
- gematigd klimaat door regenval en invloed van de stille oceaan
- meest aangeplante druivensoort daar
- wordt doorgaans bijna altijd geblend met cabernet sauvignon
- saint-emilion en pomerol langs de rechteroever van de gironde spelen een belangrijke rol voor merlot
- voorteffelijke wijnen hebben een volly body met uitgesproken smaken van zwart fruit en houtrijping
7
Q
languedoc-roussilon, merlot
A
- wordt geblend maar ook gemaakt als monocepage
- heeft de naam igp pays d’oc
8
Q
vs, merlot
A
- merlot is daar in alle stijlen en kwaliteitsniveuas te vinden
- furitig met een gemiddelde body
- blend en monocepage
- in sonoma en nappa valley hebben ze meer geconcentreerde smaken en body
9
Q
central valley, chili
A
- soepele merlot met een gemiddelde body
- smaken van rijpfruit
- wordt in ulk gemaakt en niet bedoeld te rijpen
- door hogere ligging kan ook frissere merlot worden gemaakt
10
Q
stellenbosch, merlot
A
- reputatie om complexe rode wijnen te maken met rijpingspotentieel van klassieke bordeaux rassen
- klimaat is gematigd tot warm, hangt af van de hoogte van de ligging en de invloed van de zee
11
Q
hawke bay, merlot
A
- gebied met een gematigd klimaat met veel regenval
- wijnen verschillen van licht en fruitig tot vol met veel rijpingspotentieel
- wordt daar geblend met cabernet sauvignon of gebruikt als monocepage