kennisclip een patient met koorts na een transplantatie Flashcards
3 typen infecties <1mnd na transplantatie
donor-derived, nosocomiaal of recipient derived
donor derived infecties
Donor derived: infecties van de recipient door MO’s die mee getransplanteerd zijn met het orgaan, hier wordt de donor op getest (de rode) want vaak is er haast bij
En ook anamnese afnemen bij familie of er aanwijzingen zijn voor onderliggende infecties: reizen etc
Bij posi test dan krijg je alsnog transplantatie maar goed om te weten !!niet bij HIV!!
Nosocomiale infecties
door verblijf ZH: transplantatie–> grote wond–> kan lekken
vooral bij nier, lever, long, hart
Transplantatie-specifieke nosocomiale infecties: lekkende naden etc
Algemene nosocomiale infecties: pneumonie, wondinfecties, flebitis etc
Recipient derived infecties
recipient wordt ziek van zijn eigen flora
wanneer zijn T-cellen goed onderdrukt na immuunsupp
Na een maand is de immuunsuppressie goed ingewerkt en zijn de T-cellen goed onderdrukt
1mnd-12mnd: lijkt op AIDS: deze infecties lijken het meest op de infecties die je ziet bij mensen met HIV en heel laag CD4 getal
Immuunsuppressiva werken vooral op de T-cellen–> infecties vooral met IC pathogenen
infecties na transplantatie:
- <1 maand
- 1-12mnd
- >12mnd
Bij afstoting ga je terug naar de 2e rij want dan worden je T-cellen weer heel erg onderdrukt door de medicijnen
waarvan is Netto status van immuundefi afhankelijk
gebruik immunosup,
eerdere therapie (bijv chemo),
integriteit van mucocutane barrière (verstoord door drains),
neutropenie, lymfopenie,
onderliggende immuundeficiënties (SLE bijv),
metabole conditis (DM),
virale infecties (CMV)
hoe behandel je afstoting
hoge dosis prednison of verhogen immuunsuppressica
infecties bij 1-12mnd tijdlijn
infecties bij >12 mnd tijdlijn