Congenitale infecties Flashcards
wat is een congenitale infectie
Congenitale infectie: infectie bij het kind in de uterus = intra-uteriene of prenatale infectie, de overdracht van pathogeen gaat via placenta,
uniek door: leeftijd, verwekkers, klinische gevolgen, diagnostische problemen en preventieve mogelijkheden via screening
Geven vooral groeiafwijkingen, laag geboortegewicht, malformaties of doodgeboorte
perinatale vs postnatale infectie
Perinatale infectie: 1e 4 weken na partus: meningitis, pneumonie, vroeggeboorte en sepsis
Postnatale infectie: na geboorte geïnfecteerd: meningitis, sepsis, conjunctivitis of pneumonie
waarvan heel ziek en sepsis bij kinderen
Kinderen worden heel ziek van groep B streptokokken–> sepsis
Zwangerschapsscreening
na 12 weken onderzocht op: HIV, HbsAg en syfilis screening
TORCHES: toxoplasma gondii, other (HIV, mazelen), rubella, CMV, HSV en syfilis
dit zijn de ziekten die kinderen intra-uterien kunnen krijgen en acuut ziek van worden
Torches niet allemaal standaard getest omdat dat weinig behandelconsequenties heeft
rubella en de gevolgen voor baby
Rubella: SS positief RNA-virus met envelop, heeft 1 serotype en mens is deenige gastheer, verspreidt aerogeen en via besmette oppervlakten–> milde LW-infectie, kan voorkomen worden door vaccinatie
Ongevax jonge vrouwen meeste risico, in NL nu zeldzaam, wel soms in biblebelt en amsterdam
rubella symptomen moeder vs baby
- moeder symp en complicaties
- baby symp prenataal
- baby symp neonataal
- symp na vroege kinderleeftijd
Symp moeder: 50% subklinisch, prodromale symp (malaise, licht verhoging, lymfadenopathie, keelpijn, hoesten, conjunctivitis), later huiduitslag (gezicht–> romp–> armen)
complicaties: artralgie/ artritis vingers, polsen en knieën
Symp baby prenataal: intra-uteriene groeiachterstand en spontane abortus
Symp baby neonataal: CRS: huiduitslag, trombocytopenie, hepatitis/ hepatspleno-megalie, meningo-encefalitis, bot-, oog- en cardiovasculaire afwijkingen
Symp na vroege kinderleeftijd: trias oogafw (cataract oa), doof, cardiovasc afw, evt DM
rubella diagnostiek
bij moeder met exantheem IgM en IgG voor rubella bepaald, als dit niet genoeg duidelijkheid geeft ook keeluitstrijkje of rubella PCR voor definitieve diagnose
Bij <20wk infectie kan vruchtwaterpunctie voor PCR bij het kind, geeft wel risico op mislukte zwangerschap bij vruchtwaterpunctie <20wk
Postnataal kan IgM en een keel- en urine-uitstrijk van kind voor kweek en / of PCR
Meetbaar IgG rubella in bloed moeder–> immuunrespons doorgemaakt–> kans op geïnfecteerd kind lager
rubella gevolgen voor baby
gevolgen voor baby bepaald door in welk stadium van de zwangerschap moeder geïnfecteerd is
Voor conceptie zijn er minimale risico:
in 1e 12wk 100% van de foetussen congenitaal geïnfecteerd–> enorme congenitale problemen en 20% spontane abortus
13-16wk: doofheid en retinopathie 15%
> 16wk: normale ontwikkeling met klein risico op doofheid en retinopathie
rubella therapie en wat te doen na infectie
Er is geen therapie: ultieme preventie is vax, zwangerschapsafbreking is mogelijk
Bij infectie zwangere: therapeutische abortus (keuze ouders), geen overdracht virus of wel overdracht virus kind geïnfecteerd via placenta–> miskraam, afwijkingen of geen afwijkingen
toxoplasmose verschil met meeste infecties in zwangerschap
Meeste infecties laat in zwangerschap minder gevolgen, maar toxoplasmose dan juist erger
CMV
- wie heeft CMV
- hoe geïnfecteerd
Veel mensen hebben een latente CMV-infectie die kan reactiveren, moeder kan het kind infecteren bij een primo-infectie of opvlamming van CMV, bij primo grotere kans kind infect
Overdracht moeder op kind 90% asymp, hiervan blijft 75% asymp, ontwikkelt 15% blijvende schade, overige 10% symptomatisch: 50% blijvende schade en 5% overlijdt
CMV
- schade en symptomen kind
- therapie
ongeveer 20% van kinderen met congenitale CMV heeft blijvende schade
Symp kind: hepatosplenomegalie, trombocytopenie en neuro schade: meningo-encefalitis en chorioretinits (dit kan–> gehoorschade)
Therapie: geen vax dus geef (val)ganciclovi, dit is oorspronkelijk anti-HSV en zorgt dat de gehoorschade wordt beperkt
congenitale HSV
- seroprevalentie bij zwangeren
- incidentie pasgeborenen
- welk virus het meest
- wat doet dit virus
HSV bij zwangeren 60-75% seroprevalentie,
incidentie is 3,2/100.000 pasgeborenen waarvan merendeel herpes neonatorum HSV-1 heeft,
dit is een agressief en destructief virus en gevaarlijk voor baby’s
moeder weet vaak niet dat ze geïnfecteerd is
congenitale HSV
- met welk virus is moeder besmet
Moeder kan besmet zijn met: herpes genitalis (HSV-1 of 2), herpes labialis (HSV-1 of 2) van moeder of omgeving of asymptomatisch HSV
HSV2 meeste, HSV1 stijgt
Perinatale infectie uit zich in de 1e 4 weken: dan 40% al klachten, mogelijk:
- Gelokaliseerde huid-, oog- en mondinfecties: blaasjes en op extremiteiten
- CZS-infectie: slecht drinken, geprikkels, suf, slap, convulsies en luierpijn
- Gedissemineerde infectie: visceraal (hepatitis)
Transmissie congenitale HSV
perinataal (genitaal) of postnataal (koortslip/ kiss of death)
Je kan herpes uitscheiden via het geboortekanaal zonder ulcera te hebben
Kans op transmissie bij vaginale bevalling is bij primaire herpes genitalis 50%, bij een reactieve HSV is dat veel kleiner,
transmissie via koortslip alleen bij direct contact en transmissie kan ook plaatsvinden zonder aanwezige ulcera