graft-vs-host-1 Flashcards

1
Q

directe afstoting vs GVH

A

Bij BM-transplantatie kan je directe afstoting van het transplantaat hebben en ook een omgekeerde afstoting: graft vs host

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

goede en slechte kant donor T-cellen

A

Donor T-cellen 2 kanten: positief om de pt te genezen van de ziekte, negatief; graft vs host

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 voorwaarden voor GVHD en door welke cellen

A

GVHD kan ontstaan als wordt voldaan aan 3 voorwaarden:

  • Transplantaat bevat immuuncompetente T-cellen
  • Donor en ontvanger zijn HLA-incompatibel (bij allogene HSCT)
  • Ontvanger is immuundeficiënt (bijv door ziekte, cytostatica of bestraling)

GVHD veroorzaakt door T-lymfo’s (vooral CD4+ Th) en NK-cellen, Tk cellen en APC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

begrippen:

  • gen
  • locus
  • allel
  • polymorfisme HLA
  • co-dominantie HLA
  • allo-reactiviteit
  • HLA 1 vs 2
A

Gen: stukje chromosoom dat codeert voor 1 erfelijke eigenschap

Locus: plaats waar een gen op een chromosoom ligt

Allel: bepaalde variant/ versie van een gen

HLA heeft sterk polymorfisme: van elk gen veel allelische vormen

HLA heeft geen dominantie: alle HLA’s komen op opp van cel tot expressie = co-dominantie

Alloreactiviteit: herkennen van vreemd MHC en de reactie hierop, 1-10% van T-cellen is dit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

directe vs indirecte reactie HLA

A

Anders bij transplantatie: vreemde HLA kan ook direct door een T-cel worden herkend, ongeacht wat er in die groeve zich bevindt, kan daarop directe reactie geven
In de normale setting heb je de indirecte reactie en dat moet gepresenteerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wanneer meer alloreactiviteit

A

Hoe meer mismatch in HLA hoe krachtiger de alloreactiviteit van de T-cellen–> grotere kans op directe en omgekeerde afstoting

indirect: normaal
direct: afstoting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer GVHD (4)

  • wat is MiHA
  • H-Y Ag
A

GVDH kan na orgaantransplantatie (vooral van dunne darm) of bloedtransfusie bij pasgeborenen, immuundeficiënte patiënten of pt die behandeld worden met hoge dosis cytostatica

MinorHC (MiHA): tegen niet-HLA Ag’s afstoting

H-Y Ag van de man (donor) kan de vrouw (ontvanger) als lichaamsvreemd herkennen

Dus ook in een volledig HLA gematchte setting waarin donor en ontvanger hetzelfde HLA hebben kan je nog steeds afstotingsreacties krijgen door MiHA. Maar voordeel: anders ook geen anti-ziekte reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

klassieke vs late acute afstoting

klassieke vs early onset chronische afstoting

A

Klassieke acute vorm: binnen 100 dagen
Late acute vorm: na 100 dagen

Klassieke chronische vorm: na 100 dagen
Early-onset chronische vorm: binnen 100 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Acute GVHD:

  • %
  • belangrijkste risicofactor
  • klachten
  • taget organen
  • prognose
A

30-50%,

mate HLA-match is belangrijkste risicofactor,

extra klachten: koorts en algehele malaise

Target organen: allemaal maar vooral:

  • huid (schilfering tot blaarvorming en volledige afsluiting),
  • darm (verdwijnen darmepitheel)
  • en lever (geelzucht)

slechte prognose en als steroid ongevoelig wordt de prognose nog slechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

pathogenese acute GVHD (belangrijk!)

  • 5 stappen
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

glucksberg classificatie
- waarom belangrijk

A

Classificatie belangrijk want dan kan je ook checken of de behandeling werkt en dan dus de klachten verminderen en ook voor welke behandeling je kiest belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

acute GVHD behandeling 1e lijn

A

Prednison is in de lokale en de systemische (2mg/kg) behandeling de hoeksteen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

acute GVHD behandeling 2e lijn

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

chronische GVHD

  • %
  • welke celtypen
  • wanneer
  • beloop
  • wat wordt aangetast
  • vaak gepaard met wat
A

Bij chronische GVHD veel celtypen betrokken: vergelijkbaar met AIZ–> dysregulatie van het IS waarbij meerdere spelers betrokken zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

cyclofosfamide

A

Cyclofosfamide: chemo: heel sterk immuun-onderdrukkende eigenschappen: geef op 3e en 4e dag na transplantaatinfusie–> stopt snelle deling allo-reactieve T-cellen vroeg na transplantatie en laat de non-alloreactieve T-cellen lekker met rust
–> Significante afname acute GVHD en zeer significante afname chronische GVHD vergeleken met conventionele therapie zonder meer relapse of andere problematiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

chronische GVHD classificatie

A
17
Q

1e lijn behandeling chronischee GVHD

A

p

18
Q

2e lijn behandeling chronischee GVHD

A

p

19
Q

hoe GVHD na HSCT voorkomen

A

p

20
Q

nadelen T-cel depletie ter preventie van GVHD

A

p

21
Q

post-transplantatie cyclofosfamide

A