adaptieve immuundeficiëntie (PD) = PIDs Flashcards
Cellen van het immuunsysteem en opbouw
WBC (B-, T-, neutro’s, monocyt/ MF), cytokinen en antistoffen
Immuunsysteem is een soort beschermende paraplu/ schild tegen alles wat van buiten komt
Bij immuundeficiëntie zitten er een soort gaten in dat schild
Immuunsysteem is in balans–> geen infecties en geen auto-immuniteit
PIDs
- innate of adaptief?
- in welke genen
kunnen innate/ adaptief, varianten in >450 genen bekend en klassiek klinisch: infecties
bacterien die oorzaak zijn van:
- recidiverende infecties bovenste en onderste LW
- recidiverende GI-infecties
en ziekten die ook recidiverende LW infecties geven
Recidiverende infecties bovenste en onderste LW: door gekapselde bacs
–> S. pneumoniae, H. influenzae en N. meningitides
Recidiverende gastro-intestinale infecties:
–> Giardia, campylobacter, shigella, salmonella, enterovirus en rotavirus
factoren belangrijk bij diagnose PID
Belangrijk bij de diagnose: freq, ernst, verwekkers, leeftijd ontstaan en impact op leven
XLA
kan wel een beetje IgG (3 max), maar niks in het perifere bloed, vaak bij jonge kinderen
Sarcoïdose
Sarcoïdose (auto-inflammatie):
- hyperIgG,
- beetje meer IgA en IgM dan normaal,
- inflammatie
CVID:
- welke Ig’s stoornis
- diagnostisch delay
- granulomen
- behandeling
CVID: common variable immunodeficiency disorder: verlaagd totaal IgG en IgA en/ of IgM
25% van CVID pt hebben sarcoïdose-achtige granulomen, m.n. in de longen, geeft diagnostisch delay want lijkt op sarcoïdose–> orgaanschade–> na diag 12jr overleving
Behandeling: super delicaat want tegen de granulomen moet je immunosupp geven bij iemand die immuundefi heeft, dus je geeft immuun suppressie + Ig’s
IgG subklasse deficiëntie:
- welke Ig’s stoornis
- meest relevante
- gevolgen
normaal totaal IgG met verlaagde subklasse(n) IgG 1-4
Meest relevante: IgG2-subklasse deficiëntie: vaak klinisch relevant en leidt tot infecties
Selectieve antistofdeficiëntie met normale Ig’s:
- welke Ig’s stoornis
- hoe diagnose
- wat zie je bij functioneel defect
normaal totaal IgG en normale subklassen maar gestoorde respons op vaccinatie van T-cel onafhankelijk Ag (polysacharide non-respons), dit test je dus met een vaccinatie
je geeft 2 vaccinaties: T-cel onafhankelijk (pneumovax) en een T-cel afhankelijk vax (HIB)–> kijken of AS titer stijgt
Bij functioneel defect volg je de rode lijn (in plaatje) en stijgen je AS niet
Behandeling PID:
AB bij infectie en soms langdurig AB profylaxe om infecties te voorkomen
Je kan ook behandelen met Ig’s van bloeddonoren
auto-immuniteit bij immuun deficiënties
- wat houdt dit in
- wat bij XLA
20-30% van mensen met immuun deficiëntie kunnen beelden van auto-immuniteit krijgen
bij immuun deficiëntie heb je te weinig goede AS (deze worden geproduceerd door B-cel)–> meer infecties
Hebben te weinig AS, de AS die ze wel hebben zijn veel auto-AS en vaak auto-reactief
Bij XLA niet want die maken helemaal geen AS en dus ook geen auto-AS
AI-complicaties bij AS-defi
- 9
- hoe behandelen
auto-immuun hemolytische anemie,
idiopathische trompocytopenie purpura,
SLE,
arthritis,
hepatitis,
vasculitis,
allergie/ atopie (dermatitis) maligniteiten (hematologisch of GI: mn maag want deze pt vaker H. Pylori wss)
Behandelen met immuunsuppressie in goede verhouding met Ig’s
diagnostisch delay en hoe dit en prognose verbeteren
Nu ongeveer 8 jaar diagnostisch delay in NL van het begin van de klachten tot aan diagnose
Nieuwe ontwikkelingen: richting nieuwe behandeling door beter begrip pathofysiologie–> betere prognose
APDS:
- waarin mutatie
- behandeling
- klachten en abnormaliteiten
APDS: activated PI3K-delta syndroom: heeft een CVID-like fenotype
Behandeling: leniolisib: middel wat hoog in de boom het genetisch defect aanpakt dus geeft downstream signalering wat uiteindelijk leidt tot minder lymfoproliferatie
Leniolisib: herstel lymfocyten subsets, toename energie, minder infecties, toename inspanningsmogelijkheden, afname lymfadenopathie en afname lever en miltomvang
PI3K-d speelt ook een belangrijke rol in de hersenontwikkeling–> bij deze pt anders dan anders in gedrag en fijne motoriek: muizen hiermee hebben repetitief en autistisch gedrag