immunosuppressiva 1 Flashcards
Wanneer gebruik je immuunsuppressiva
Onderdrukt het immuunsysteem bij auto-immuunziekten, auto-inflammatoire ziekten en na transplantatie.
Je hebt verschillende soorten en ieder middel heeft zijn eigen aangrijpingspunt, werkingsmechanisme, indicaties en bijwerkingen.
Bij auto-immuunziekte wil je vnl de T-cellen onderdrukken. Bij auto-immuunziekten de immunoglobulinen en bij auto-inflammatoire ziekten vnl de neutrofiele granulocyten.
Verschillende soorte immunosuppresiva

Normale cortisolproductie in het lichaam
- welke hormonen zijn betrokken
- hoeveel is normaal
- indicaties
Normaal wordt cortisol in het lichaam aangemaakt in de bijnieren. Wordt aangestuurd door: CRH (hypothalamus)–> ACTH (hypofyse) en apv–> cortisol (bijnieren)
bij stress en inflammatie–> meer cortisol productie
lichaam produceerd iets minder dan 5 mg ‘prednison’ per dag
indicaties: bijna alle auto-immuunziekten, allergische reacties, transplantaties, lymfomen

Corticosteroiden suppletie
Kan oraal, maar ook in zalf of neusspray, al deze vormen ervoor dat ACTH levels en dus de lichaamseigen cortisolproductie naar beneden gaat
Als pt langer dan 2 weken wordt behandeld met steroiden, moet het altijd langzaam afgebouwd worden. Omdat bijnieren atrofisch zijn geworden en hypofyse geen ACTH produceert. Als je niet afbouwd, dan kan je addison crisis krijgen. Hoe langer en meer prednison je gebruikt, hoe langer ook afbouwen.
Effecten van corticosteroiden

effect van glucocorticosteroiden op het immuunsysteem
Door deze brede werking wordt het veel ingezet

genomische en niet-genomische effecten corticosteroiden
genomisch effect: door binding van glucocorticoid aan een steroidreceptor. Dit treedt in normale omstandigheden op–> genen worden aan en uitgezet door remming/stimulatie van transcriptie.
niet-genomische effecten: Door binding aan memebraanreceptor, dit treedt pas op bij hele hoge doseringen.
bij dosis < 7,5 mg –> <50% receptoren bezet, alleen genomische effecten
tussen 30-100 mg is 100% van de receptoren bezet. Hoe hoger daarna de dosis hoe meer niet-genomische effecten.
Sterkte van verschillende soorten glucocorticosteroiden:
cortisol
prednison
prednisolone
dexamethasone
solumedrol
Cijfer is hoeveel x sterker het is dan het humane cortisol
alleen dexa kan door de placenta diffunderen

bijwerkignen glucocorticosteroiden
glucose: mensen kunnen dm krijgen
vet: centrale adipositas, buffalo hump, vollemaansgezicht
mensen kunnen osteoporose krijgen–> daarom altijd vitamine D, calcium en bisfosfanaten erbij geven om dit te voorkomen (bij heup komt veel voor)
spieratrofie: door gluconeogenese spieren
striea, huidbloedingen

azathioprine
- waarbij inzetten
- werkingsmechanisme
- bijwerkingen
Dit is een anti-metaboliet die de purine synthese remt.
steroiden hebben snel effect, maar geven ook veel bijwerkingen. Daarom wil je daarna vaak overstappen op iets anders. Aza is zo’n middel.
Het remt dus de purine synthese door de synthese van de nucleotiden adenosine en guanosine te remmen. Hierdoor is er geen DNA synthese en dus geen proliferatie van cellen. Het werkt dus cytostatisch en heeft alleen op (snel) delende cellen effect.
bijwerkingen: Het werkt op T- en B-cellen maar ook op beenmerg (glucocytopenie, trompopenie en erytrocyten aplasie. Ook toxisch voor lever en pancreas.
veilig voor zwangere vrouwen

TPMT bij azathioprine
AZA wordt omgezet in 6-MP door het enzym TPMT. 6-mp is de inactieve vorm van AZA.
Mensen kunnen polymorfismes hebben in het TPMT gen, waardoor dit enzym niet goed werkt.
Als iemand dit heeft werkt aza dus veel te sterk–> dit kan leiden tot massale beenmergtoxiciteit met ernstige gevolgen.

mycofenolzuur (MPA)
- werkingsmechanisme
- soorten
mycofenolaatmofetil remt het MPDH enzym in de de novo pathway
Dit remt het de de novo pathway voor het maken van nieuwe nucleinezuren. T-en B-cellen zijn voor synthese afhankelijk van deze pathway. Hierdoor remmen ze selectief de lymfocyten. De remming van B- en T-celproliferatie is reversibel zonder myelotoxiciteit. Door minder b-cellen –> ook remming antistofvorming
Andere cellen kunnen ook de salvage pathway gebruiken, waarbij nucleinezuren gerecycled worden.
Cellcept en myfortic zijn nu op de markt

mycofenolzuur
- indicaties
- bijwerkingen
indicaties: transplantaat afstoting, SLE (ook andere auto-immuunziekten), uveitis
bijwerkingen: vnl gastero-intestinaal –>diaree/buikpijn, leukopenie en verhoogde infectiegevoeligheid
als gi-klachten: van cellsept overstappen op myfortic kan helpen
alkylerende middelen
- soorten
- werkingsmechanisme
Je hebt cyclofosfamide (edoxan) en chloorambucil (leukeran).
Is sterk middel wat crosslinking van DNA remt, hierdoor remt het het scheiden van DNA strengen tijdens proliferatie. Hierdoor wordt het ook gebruikt bij hematologische kankers.
Heeft sterke immunosuppressieve werking, want remt zowel de humorale als cel gemedieerde afweer.

alkylerende middelen
- indicaties
- bijwerkingen
indicaties: Omdat het cytotoxisch is wordt het alleen gebruikt in levensbedreidende condities bij irreversibele oorgaanschade, die mogelijk dodelijk is
ook bij vasuclitis zoals polyangiitis met granulomatosis of ontsteking in de hersenen
en bij SLE met renale en cerebrale betrokkenheid
bijwerkingen; zorgt voor onvruchtbaarheid, infecties, hemorrhacic cystitis–> blaaskanker en 10% kans op secundaire maligniteiten zoals blaascarci, huidcarci en lymfomen (NHL)
Methotrexaat
- werkingsmechanisme
- dosering
Het is nog deels onbekend hoe het helemaal werkt, maar het blokkeert de foliumzuur afhankelijke route voor DNA synthese. Hierdoor kunnen er geen purines en thymidines weer worden gemaakt.
Door remming dihydrofolaatreductase (betrokken purinesynthese) komt adenosine vrij, dit remt geactiveerde polymofonucleaire leukocyten. Ook synthese immunoglobulinen geremt.
om de toxiciteit te verminderen moet je hier altijd foliumzuur bijgeven, maar dit mag niet op dezelfde dag worden ingenomen als methotrexaat
1x per week inname en goed letter op dosering, overdosering heeft ernstige gevolgen

methotrexaat
- indicaties
- bijwerkingen
indicaties: chemotherapie, reuma en granulomateuze ontstekingen zoals sarcoidose
bijwerkingen: beenmerg toxiciteit (leukopenie, anemie)
lever toxiciteit (fibrose/cirrose)
ernstige pneumontitis (risico wel zeer laaag)
teratogeen: slecht voor vrucht (middel wordt ook gebruikt bij abortus)
mucositis
misselijkheid (meest voorkomend)
Colchicine
- werkingsmechanisme
- soorten
Je remt calcineurine, hierdoor kunnen factoren zoals NFAT niet meer naar de kern. Deze translocatie heb je nodig voor transcriptie van cytokines.
Je remt dus hiermee de lymfocyt functie door remming van cytokines (je remt dus niet de proliferatie van cellen)
voornamelijk IL-2 en diverse interleukines worden geremd
soorten: cyclosporines (neoral) en tacrolimus (prograft)
colchine
- indicaties
- bijwerkingen
Wordt heel veel gebruikt na transplantaties, kan ook bij uveitis en SLE en bij jicht
bijwerkingen: infecties, hypertensie, neurologische effecten (tremor), maligniteiten
staat bekend om nierinsuffiecientie!!
na transplantatie krijgen pten tacrolimus, vaak hebben ze hierdoor binnen een paar jaar een nieuwe nier nodig. Soms kan het niet anders en moet je dit toch geven, heel goed de nierfunctie blijven monitoren dan.
JAK inhibitors
Je remt hiermee heel breed het immuunsysteem
gebruikt bij reuma, psoriasis en hier komen steeds meer dingen bij

NSAID’s
Zijn cycolo-oxygenases die anti-inflammatoir werken
je hebt duale cox-1 en cox-2 remmers of selectieve cox-2 remmers
cox-1: houdt mucosa van de maag in stand en heeft invloed op de nierfunctie en bloedblaatjes. In meeste weefsels dus, zorgt voor homeostase.
cox-2: wordt contina uitgescheiden in de herenen, botten en nieren. Maar niet in de normale gastro-intestinae tractus. Processen staan oiv cytokines
nsaid’s hebben bijwerkingen: toxiciteit voor nieren en risico op maagzweren. Daarom bij ouderen een PPI erbij gegeven.
