auto-immuniteit van het oog (PD) Flashcards

1
Q

uveïtis anterior

A

Uveitis anterior: ontsteking voorkant oog, zitten leuko’s bij

OS = oculo sinister

Soms gaat het gepaard met ook andere ontstekingen, deze meneer in de knie ook ontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

staar

  • hoe snel ontstaat het
  • hoe snel ontstaan de ontstekingen
A

Staar gaat heel geleidelijk, ontstekingen zijn (sub)acuut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

toxoplasmose bij kat

  • waar
A

Bij kat kan toxoplasmose in je oog komen, vooral in achterkant van het oog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat als je HLA-B27 posi bent

A

Als je HLA-B27 posi bent–> gekoppeld aan de uveïtis, verhoogt het risico maar niet altijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

uveïtis behandeling

  • wat
  • hoe lang werkt dit
  • wanneer gebruiken
  • hoe afbouwen
A

Druppels: pijn en gevoeligheid na paar dagen weg maar het komt wel 1-2x/jr terug

Voelen het al aankomen als ze een ‘aanval’ krijgen voordat het echt te zien is–> vroeg beginnen met de druppels zodat je iig kan starten en dan naar zh om te bevestigen dat dat het is

Oogdruppels bouw je over tijd weer af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat doet methotrexaat

  • hoge dosering
  • lage dosering
A

Methotrexaat in hoge dosering is een cytostaticum: chemo,

in lage concentratie kan het IS beïnvloeden: voorkomt peesontsteking en oogontstekingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

deze patient

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly