Hoofdstuk 8 - Geheugen Flashcards
3 typen geheugen
Sensorische registers
Kortetermijngeheugen
Langetermijngeheugen
Niet-Declaratief geheugen
Weten hoe je iets moet doen, herinneringen die niet geverbaliseerd kunnen worden
Declaratief geheugen
Alle herinneringen die bewust kunnen worden opgeroepen en geverbaliseerd, dus weten wat er is gebeurd
Hoe wordt het Expliciete geheugen getest?
Vragen om een herinnering op te halen
Hoe wordt impliciete geheugen getest ?
Herinnering blijkt uit prestatie, dus dat iemand iets uitvoert
Episodisch geheugen
Gebeurtenissen
Semantisch geheugen
Feiten
Onderscheiden buffers van Baddeley waarin tijdelijk info wordt opgeslagen:
Fonologische lus: verbale info opslaan door constante herhaling
Visueel-ruimtelijke kladblok: visuele info, soort foto actief houden
Later episodische buffer: meerdere aspecten van gebeurtenissen in multidimensionale code
Interferentietheorie
Herinneringen worden met de tijd moeilijker bereikbaar, omdat we nieuwe herinneringen maken die erop lijken
Elaboratie
Bewust zoveel mogelijk associaties vormen bij wat geleerd moet worden
Vervalhypothese
Herinneringen vallen uit elkaar of worden overschreven
Niet-declaratief langetermijngeheugen bestaat uit
Klassieke conditionering
Operante conditionering
Priming
Aanleren van vaardigheden
Prototype niet-declaratief geheugen bestaat uit vaardigheden en wordt ook wel …. geheugen genoemd
Procedureel
Klassiek conditioneren
Leren generaliseren van een automatische reactie op den ongeconditioneerde stimulus naar een neutrale stimulus
Operant conditioneren
Leen dat bepaald gedrag beloond wordt, en leren dit vaker te vertonen