Hoofdstuk 7 - Ruimtelijke Cognitie Flashcards
Extinctie
Wanneer de geconditioneerde stimulus een lange tijd aangeboden wordt zonder dat de ongeconditioneerde stimulus aangeboden wordt, treedt op een gegeven moment uitdoving/extinctie plaats.
Inhibitie
Controle van impulsen
Egocentrische desoriëntatie
Problemen met representatie van relatieve locatie van objecten ten opzichte van zichzelf.
Desoriëntatie in richting/heading desoriëntatie
Problemen met waarnemen en onthouden van ruimtelijke relaties tussen herkenningspunten en hun eigen positie ten opzichte hiervan
Landmark agnosie
Problemen met het herkennen van herkenningspunten
Anterograde desoriëntatie
Stoornis in het aanleren van nieuwe routes
Constructieve apraxie
Stoornis in visuoconstructie wat niet komt door basale visuele verwerking of motoriek
Optische ataxie
Stoornis in reiken en grijpen van visuele objecten
Syndroom van Balint-holmes
Simultaanagnosie, optische ataxie en oculomotorische apraxie
Overte orienting
Ruimtelijke aandacht door top-down of executieve controle
Coverte orienting
Stimuli die automatisch de aandacht trekken
Dorsale simultaanagnosie
Gebruiken de identificatie van bepaalde delen van een object om onderdanige te maken over gehele object
Ventrale simultaanagnosie
Kunnen maar een object identificeren ook al zien ze er meer