Hoofdstuk 7 - Ruimtelijke Cognitie Flashcards

1
Q

Extinctie

A

Wanneer de geconditioneerde stimulus een lange tijd aangeboden wordt zonder dat de ongeconditioneerde stimulus aangeboden wordt, treedt op een gegeven moment uitdoving/extinctie plaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Inhibitie

A

Controle van impulsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Egocentrische desoriëntatie

A

Problemen met representatie van relatieve locatie van objecten ten opzichte van zichzelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Desoriëntatie in richting/heading desoriëntatie

A

Problemen met waarnemen en onthouden van ruimtelijke relaties tussen herkenningspunten en hun eigen positie ten opzichte hiervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Landmark agnosie

A

Problemen met het herkennen van herkenningspunten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Anterograde desoriëntatie

A

Stoornis in het aanleren van nieuwe routes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Constructieve apraxie

A

Stoornis in visuoconstructie wat niet komt door basale visuele verwerking of motoriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Optische ataxie

A

Stoornis in reiken en grijpen van visuele objecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Syndroom van Balint-holmes

A

Simultaanagnosie, optische ataxie en oculomotorische apraxie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Overte orienting

A

Ruimtelijke aandacht door top-down of executieve controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Coverte orienting

A

Stimuli die automatisch de aandacht trekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dorsale simultaanagnosie

A

Gebruiken de identificatie van bepaalde delen van een object om onderdanige te maken over gehele object

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ventrale simultaanagnosie

A

Kunnen maar een object identificeren ook al zien ze er meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly